In- en uitrit bij woning Fred Waltonlaan Krommenie stuit op veel bezwaren

De aanleg van een nieuwe inrit aan Fred Waltonlaan in Krommenie zorgt volgens een bezwaarmaker voor 'onaanvaardbare risico’s voor de verkeersveiligheid, aantasting van waardevol groen, strijd met gemeentelijk beleid en het verlenen van een voorkeursbehandeling aan één bewoner ten koste van het collectief belang'.

De realisatie van deze inrit leidt volgens hem of haar tot 'verlies van openbare parkeerruimte, verharding van de openbare ruimte, mogelijke schade aan een monumentale kastanjeboom en is een aantasting van het groene, open karakter van de straat'. Daarnaast is er geen participatie of overleg geweest met de overburen, wat in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel en de participatieverplichting uit de Omgevingswet. 'De belangen van derden zijn onvoldoende meegewogen en de vergunning creëert een precedent dat het karakter van de straat blijvend kan veranderen,' staat in het bezwaarschrift. 

Allermooiste

De Fred Waltonlaan is volgens de inwoner één van de meest groene, open en karakteristieke lanen van Krommenie en 'velen beschouwen het zelfs als de mooiste laan van het dorp'. De beoogde inrit gaat ten koste van een deel van het openbare plantsoen, een stuk gemeentelijk groen dat functioneert als buffer, esthetisch element én onderdeel van de klimaatadaptieve inrichting van de straat.

'De Fred Waltonlaan is voorzien van karakteristieke trottoirbanden van massief graniet, die bepalend zijn voor de hoogwaardige, authentieke uitstraling van de straat. Deze banden zijn duurzaam, zeldzaam en worden vrijwel nergens meer in moderne aanleg toegepast. De aanleg van een inrit zal onvermijdelijk leiden tot verwijdering of doorsnijding van deze granietstructuur.' De bewoner verwacht dat er standaard betonbanden voor terug zullen komen.

Kastanjeboom

Pal naast Fred Waltonlaan staat een kastanjeboom van meer dan 80 jaar oud. Deze is beeldbepalend, ecologisch waardevol en wordt op grond van zijn leeftijd aangemerkt als een boom met cultuurhistorische waarde. 'Volgens de Bomenstichting zijn bomen van deze leeftijd extreem gevoelig voor verstoring van de wortelzone. Iedere vorm van verharding en bodemdruk – zelfs met zogenaamde boomvriendelijke constructies – brengt reële risico’s op schade of sterfte met zich mee.

De kwetsbare kastanjeboom.

De inwoner van Krommenie vroeg het na bij de inspecteur groen van de sector Openbare Ruimte van Zaanstad en kreeg per e-mail dit antwoord: 'Voor bomen ouder dan 60 jaar mogen geen handelingen worden verricht – bovengronds of ondergronds – die de dood of ernstige schade kunnen veroorzaken.' De voorgestelde aanleg van een inrit – met graafwerk, verharding en verhoogde drukbelasting – brengt echter wel zulke risico’s met zich mee, vreest de bewoner, en is daarmee in directe strijd met deze beleidslijn. 'Schade aan deze boom is onvermijdelijk als het plan wordt uitgevoerd.'

'Daarbij komt dat deze kastanjeboom voor velen in de buurt een herkenningspunt is; een markant element dat letterlijk en figuurlijk met de seizoenen mee verandert. In het voorjaar komt hij als eerste in blad, in de zomer biedt hij schaduw aan wandelaars en spelende kinderen, en in de herfst strooit hij zijn karakteristieke bladeren en vruchten uit over de stoep. Het is een boom waar mensen herinneringen aan verbinden – een stukje levend straatverhaal. Dat maakt de mogelijke schade des te schrijnender,' aldus de liefdevolle beschrijving van de bedreigde boom.

Parkeerruimte

Een ander bezwaar tegen de aanleg van een inrit is het inleveren van openbare parkeerruimte. 'In tegenstelling tot de suggestie dat het om slechts één parkeerplaats zou gaan, blijkt uit de feitelijke situatie ter plaatse dat het om twee tot zelfs drie parkeerplaatsen gaat die effectief verloren gaan. De geplande inrit komt namelijk midden in een aaneengesloten parkeervak te liggen en splijt het vak in twee ongelijke stukken, waarvan ten minste één deel te groot is voor slechts één auto, maar te klein voor twee auto’s. Hierdoor ontstaat er een onbruikbaar of inefficiënt parkeervak.'

De plek van de beoogde uitrit. 

In een straat die met name in de avonduren en weekenden al met een beperkte parkeercapaciteit te kampen heeft leidt dit volgens het bezwaarschrift tot een aanzienlijke verslechtering van de parkeersituatie. 'Het individuele belang van de aanvrager bij parkeergemak op eigen terrein weegt in dit geval niet op tegen het collectieve belang van bereikbaarheid en beschikbaarheid van parkeerruimte voor bewoners, bezoekers en hulpdiensten.'

Oudere inritten

Aan de Fred Waltonlaan beschikken meerdere woningen nu al over een eigen inrit. Het merendeel van deze inritten is echter meer dan 40 jaar geleden aangelegd en enkele andere dateren van meer dan 25 jaar geleden. 'Deze besluiten zijn genomen onder fundamenteel andere beleidskaders en maatschappelijke inzichten, waarin onderwerpen als klimaatadaptatie, milieubelasting, verstening en het behoud van collectief groen aanzienlijk minder zwaar wogen dan vandaag de dag,' oordeelt de bezwaarmaker.

Gelijkheidsbeginsel

'Het gelijkheidsbeginsel vereist géén automatische uitbreiding van eerdere beslissingen: het bestuursorgaan dient juist te beoordelen of de huidige maatschappelijke en beleidscontext zich nog wel verdraagt met nieuwe uitwegen. Wat in het verleden is toegestaan, vormt géén vrijbrief voor herhaling onder veranderde omstandigheden. Daarbij komt dat het toestaan van deze inrit onvermijdelijk een precedentwerking zal hebben.

Andere bewoners in de straat – van wie sommigen reeds interesse hebben getoond – kunnen zich beroepen op dit besluit en zich daarbij op het standpunt stellen dat weigering zonder zwaarwegende motivering in strijd zou zijn met gelijke behandeling als grondslag voor hun eigen aanvraag. Daarmee ontstaat het risico van een sluipende toename van privé-inritten, ten koste van openbaar groen, parkeercapaciteit, verkeersveiligheid en het collectieve karakter van de straat.'