Geen toestemming (en geen geld) voor zes appartementen aan de Weer

Het college weigert mee te werken aan een bouwplan voor zes appartementen aan de Weer in Zaandam, naast huisnummer 23. De ontwikkelaar is niet van plan om zijn vergunningaanvraag in te trekken, hoewel hij zelf aangeeft dat de uitvoering van tafel is omdat het financieel niet rond te breien is. Daarom wordt de vergunning nu geweigerd.

Het plan is in strijd met het geldende bestemmingsplan, omdat het gebouw volledig buiten de vastgestelde bouwvlakken wordt gebouwd en wonen op de begane grond er niet is toegestaan. Het is een vreemd verhaal: 'Aanvrager heeft zowel in gesprek als op schrift te kennen gegeven de lopende aanvraag voor het bouwplan niet uit te zullen voeren, maar is tegelijkertijd niet voornemens om het bouwplan in te trekken.' schrijft het college aan de gemeenteraad.

De aanvraag van een omgevingsvergunning dateert al van november 2021 en maakt deel uit van een ensemble van nieuwe bouwwerken (op de illustratie hierboven bouwdeel A). 'Het kostte erg veel moeite om tot een samenhangend plan te komen voor verschillende bouwplannen waar de aanvrager voor dit gebied mee bezig was. Voor het gebouw aan de Weer 23 en 24 heeft aanvrager in de afgelopen jaren meerdere losse aanvragen ingediend, zoals het wijzigen van indelingen en het in hoogte uitbreiden. Sommige aanvragen werden daarna weer ingetrokken, andere buiten behandeling gesteld omdat aanvullingen niet kwamen en weer andere zijn vergund maar nooit uitgevoerd.'

Er liepen op een gegeven moment volgens het college tegelijkertijd zes verschillende aanvragen die stedenbouwkundig niet wenselijk waren. Daarop is speciaal voor dit gebied door de gemeente een stedenbouwkundig plan gemaakt. Met aanvrager werd afgesproken dat er een samenhangende aanvraag ingediend moest worden voor alle gewenste ontwikkelingen. Die kwamen er in de vorm van vier aanvragen voor de bouwdelen A, B, C en D, waarbij B en C de adressen de Weer 23 en 24 behelzen. Die gaan over het toevoegen van een derde woonlaag aan de bestaande panden. Daarvoor is de vergunning verleend in november 2022 vergund.

De aanvragen voor bouwdeel A en D waren toen nog in behandeling en daarvoor was het wachten op het tekenen van een grondruilovereenkomst tussen de aanvrager en de gemeente. 'In gesprekken en e-mailverkeer over deze grondruil kwam naar voren dat aanvrager bouwdeel A niet wenst uit te voeren omdat het bouwplan niet meer financieel haalbaar is. Intussen is echter ook duidelijk geworden dat de naastgelegen Paus Joannesschool wegens de slechte bouwkundige staat gesloopt gaat worden. Volgens de aanvrager moet die sloop bij zijn plannen betrokken worden, maar het college ziet dat anders.'

De school zoals deze nu is, staat niet in de weg aan het huidige bouwplan en bij het doorgaan van dit bouwplan zal een eventuele nieuwe ontwikkeling van de school zich hiernaar moeten voegen. Als het bouwplan als gevolg van een nieuwe ontwikkeling van de school rigoureus gewijzigd moet worden, dan zal dat niet binnen een lopende aanvraag kunnen worden verwerkt.'

Het is het college niet duidelijk waarom het plan voor bouwdeel A niet wordt ingetrokken. 'Het lijkt erop dat aanvrager daarvoor eerst een financiële compensatie wil hebben. Vooralsnog is daar geen enkele reden toe. Alle kosten die door aanvrager zijn gemaakt zijn het gevolg van het indienen van de aanvraag, waaronder ook verschuldigde leges. De legesverordening heeft duidelijke regels over intrekkingen. Als de aanvraag laat in het proces wordt ingetrokken, dan is alsnog 75 procent van het legesbedrag verschuldigd. Dat hangt samen met het werk dat dan al in de aanvraag is gestoken.'

'Bij een intrekking had er niet, zoals nu gebeurt een collegevoorstel tot weigeren van de aanvraag genomen hoeven worden en had er ook geen weigering van de aanvraag ter inzage gelegd hoeven worden et cetera. Nu aanvrager niet wenst in te trekken moet er een besluit worden genomen op de aanvraag met alle werk dat daarbij komt kijken. Doordat het plan financieel niet uitvoerbaar is, is geen sprake van een goede ruimtelijke ordening. De financiële uitvoerbaarheid is een aspect dat bij strijd met het bestemmingsplan moet worden afgewogen bij de vraag of sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Dat heeft te maken met het voorkomen dat bouwplannen worden vergund die nooit of slechts ten dele worden afgebouwd met alle gevolgen van dien.'