
De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied heeft Tata Steel een last onder dwangsom van in totaal 2,4 miljoen euro opgelegd vanwege het overschrijden van verschillende normen bij de Sinterfabriek. Het gaat om een te hoge uitstoot van waterstoffluoride en zware metalen (chroom en nikkel).
De dienst heeft verschillende metingen uitgevoerd bij de Sinterfabriek en geconstateerd dat onder andere de norm van waterstoffluoride tot 60 keer wordt overschreden. Waterstoffluoride is een stof die schadelijk kan zijn voor de mens en het milieu. Uit dezelfde metingen is ook een overschrijding gebleken van zware metalen, met name van chroom (anderhalf keer de toegestane uitstoot) en nikkel (2,5 maal). Voor elk van deze drie overschrijdingen heeft de Omgevingsdienst een dwangsom van 800.000 euro gehangen.
Tata krijgt twee weken de tijd om een einde te maken aan de overtredingen. Daarna voert de toezichthouder opnieuw metingen uit. Op basis van de resultaten van deze metingen, wordt vastgesteld of sprake is van een overtreding of niet. Als blijkt dat de norm is overschreden, wordt per overtreding een bedrag van 200.000 euro verbeurd. Als de limiet van de verschillende dwangsommen is bereikt, zal de Omgevingsdienst de situatie opnieuw beoordelen.
Tijdens de controles zijn ook zogenoemde niet-dioxineachtige PCB’s gemeten. Voor deze stoffen bestaat geen wettelijke norm, waardoor de resultaten niet officieel beoordeeld kunnen worden. 'Toch zijn de metingen belangrijk: ze geven een beter beeld van de totale uitstoot van de Sinterfabriek. Voor deze stoffen geldt bovendien de minimalisatieverplichting. Dat betekent dat Tata Steel moet laten zien dat de uitstoot zoveel mogelijk wordt voorkomen of verminderd,' aldus de Omgevingsdienst.





