De krapte voor huisvesting van bedrijven én consumenten is het grootste in de gemeenten Westland, Lelystad en Utrecht. Dat blijkt uit onderzoek van vastgoedadviseur JLL naar de actuele leegstand en de verhouding tussen vraag en aanbod van huisvesting in de 50 grootste gemeenten. Zaanstad stond op de 27ste positie in 2024 en in 2023 nog op plek zeven. De krapte neemt hier dus af - of elders juist toe.
JLL ontwikkelde vorig jaar een krapte-indicator voor kantoren, bedrijventerreinen en woningen. Sven Bertens, Head of Research & Strategy: 'We kijken daarbij naar de actuele leegstand en verhouding tussen aanbod en vraag over de afgelopen drie jaar. Van beide variabelen maakten we vervolgens een ranking waarna we een relatieve score bepaalden.' Westland staat op nummer één met een kraptescore van 90 procent, gevolgd door Lelystad met 87 procent. Nummer drie is Utrecht met 83 procent.
'Deze scores weerspiegelen de moeilijkheden die bedrijven en consumenten ondervinden bij het vinden van geschikte huisvesting in bestaand vastgoed, niet zozeer een gebrek aan grond,' aldus Bertens. Dat laatste is overigens in Zaanstad wél een grote hindernis. Utrecht stond vorig jaar ook al in de top drie, toen samen met Roosendaal en Breda. Bertens: 'Vanwege de ligging heeft Utrecht een aantrekkingskracht op zowel consumenten als op bedrijven. Je ziet van oudsher daar al een grote vraag naar huisvesting.' Roosendaal en Breda daalden naar respectievelijk de 32ste en de 29ste plaats. 'Zowel de vraag naar kantoren als de vraag naar bedrijfsruimten is daar afgenomen. Daardoor loopt de leegstand op.'
Westland heeft veel bedrijventerrein, maar heeft in verhouding weinig kantoren. 'Terwijl daar, relatief gezien, een hoge vraag naar is.' Lelystad toont een ander beeld: momenteel is er weinig leegstand op bedrijventerreinen. Bertens wijst erop dat ontwikkelingen het aanbod binnenkort vergroten. 'Dat kan de marktdynamiek veranderen.' De top tien wordt volgemaakt door achtereenvolgens Nijmegen, Alkmaar, Eindhoven, Dijk en Waard, Den Bosch, Tilburg en Rotterdam.
'Veel grote steden passen in dit plaatje,' aldus Bertens. 'In deze steden kunnen ontwikkelaars hun projecten beter rendabel maken en kwalitatief hoogwaardig vastgoed realiseren dat voldoet aan moderne duurzaamheidseisen. Maar de vraag is daar zo hoog, dat het krap blijft.' Gebruikers laten vastgoed dat niet aan de kwaliteitseisen voldoet links liggen. 'Dit leidt tot meer leegstand in kantoren terwijl de vraag naar kwalitatief hoogwaardig vastgoed stijgt. Vanwege duurzaamheidsdoelstellingen ligt daar de voorkeur van bedrijven.'
Tot slot constateert Bertens dat de woningmarkt krap blijft. 'De woningkrapte is nog steeds hoog vergeleken met vorig jaar. Dat komt omdat de bouwproductie achterblijft. Daardoor blijft het beeld van een gespannen woningmarkt onveranderd.'