Hoge Raad acht bijna dertien jaar iemand inhuren als uitzendkracht te lang

Een uitzendkracht bijna dertien jaar onafgebroken inhuren is te lang, heeft de Hoge Raad vandaag beslist in een zaak die was aangespannen door een werknemer die meermaals vroeg om een vast dienstverband. Het bedrijf waar hij werkte weigerde dit.

Dat het bedrijf zich beroept op de behoefte aan een 'flexibele schil', is volgens de hoogste Nederlandse rechter geen rechtvaardiging om een uitzendkracht zó lang in te lenen. Dat was ook het advies van de Advocaat Generaal. De man had tot 2022 bijna dertien jaar achtereen als productiemedewerker gewerkt voor hetzelfde bedrijf. 'Zo'n lange inlening kan misbruik van de uitzendovereenkomst opleveren,' stelt de Hoge Raad. De Hoge Raad wijkt met zijn oordeel af van de rechtbank en het Hof, die het bedrijf eerder gelijk gaven. De hoogste rechter verwijst de zaak naar een ander gerechtshof om opnieuw te worden beoordeeld. De afdeling waar de uitzendkracht werkte is inmiddels gesloten, waardoor hij zonder rechten zijn baan verloor.