Fritesfabriek Frites uit Zuyd aan het Ketelhuis 6 op het Hembrugterrein maakt zich zorgen over de toekomst. Het ontwerpomgevingsplan staat woningen pal naast het gehuurde pand toe en maakt bevoorrading onmogelijk. De continuiteit van de bedrijf staat zo op het spel.
Namens Frites uit Zuyd heeft Fort Advocaten daarom een zienswijze ingediend tegen het ontwerpomgevingsplan, dat volgens de juristen aan alle kanten rammelt: het is ‘in strijd met de wet (waaronder de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening) alsmede met de beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel. Voorts is met de belangen van cliënte niet, althans onvoldoende, rekening gehouden. Het definitieve bestemmingsplan dient derhalve niet conform het ontwerp te worden vastgesteld.’
Sinds 2015
huurt het pand aan het Ketelhuis sinds 2015. In het ontwerpomgevingsplan krijgt het gebied de bestemming ‘gemengd gebied’, waar onder andere wonen - waaronder het uitoefenen van aan huis gebonden beroepen en bedrijven en het exploiteren van bed & breakfast - is toegestaan; het verrichten van bedrijfsactiviteiten, waaronder internethandel; het verrichten van horeca-bedrijfsactiviteiten en het verrichten van activiteiten in de creatieve industrie, media en entertainment. Waar blijft een fritesfabriek in dit verhaal, wil het bedrijf weten.
In de fabriek worden op ambachtelijke wijze aardappelproducten, specerijen, sauzen en kruiderijen geproduceerd die uitsluitend voor de horeca bestemd zijn. Daarnaast wordt er zout geraffineerd. Het gaat dus niet om een horecabedrijf, maar onder welke vlag kan Frites van Zuyd dan wel voortbestaan?
[embed][/embed]
Het lijkt wellicht juridisch geneuzel, maar de vraag raakt het bestaansrecht van de fabriek op de plek waar hij nu zit. En dan zijn we er nog niet, want volgens de betwiste plannen vervalt de huidige parkeergelegenheid in de directe nabijheid van de fabriek, wordt woningbouw mogelijk tot de erfgrens van het perceel. Dat is vragen om moeilijkheden, aangezien er onvermijdelijk enige geurhinder zal ontstaan voor de bewoners van de huizen.
Richtlijnen VNG
Het is volgens de zienswijze ‘onontkoombaar dat toekomstige omwonenden (geur)overlast van de fabriek zullen ondervinden en daarover zonder twijfel gaan klagen’. De minimale afstand tussen de fabriek en nieuwe woningen is bovendien in strijd met de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’. Op grond van de normen van de Vereniging Nederlandse Gemeenten dient de minimale afstand tussen woningen en een bedrijf dat zich bezighoudt met de vervaardiging van aardappelproducten tenminste 300 meter te zijn.
Bevoorrading
En dan: eventuele bebouwing voor de deur zorgt voor een feitelijk onwerkbare situatie voor de ondernemer. De fabriek wordt wekelijks bevoorraad via de drie meter brede straat voor het pand, maar blijft die ook bestaan? ‘Nu de planregels het mogelijk maken overal te bouwen, kunnen ook ter plaatse van de straat woningen worden gebouwd. Cliënte zou alsdan niet meer bereikbaar zijn en niet meer kunnen worden bevoorraad. Het is evident dat het ondernemersklimaat van cliënte daardoor ernstig wordt geschaad.’
De bevoorrading via de achterkant laten verlopen is geen optie: daar zit slechts een nooduitgang en dit kan ook niet worden veranderd, omdat het pand een monument en er niets aan mag worden veranderd.
'Niet vooraf gewaarschuwd'
Frites van Zuyd bestrijdt ook de in de toelichting op het ontwerpbestemmingsplan opgenomen mededeling dat er vooraf gewaarschuwd zou zijn voor de bouwplannen naast de deur. ‘Cliënte wil benadrukken dat zij geenszins op de hoogte was van de te realiseren woningen in de directe omgeving van de fabriek en vraagt zich af hoe de planschrijver aan deze informatie komt,’ laten de advocaten weten.