Commercieel directeur Jasper de Jong van AVR Afvalverwerking beticht concurrent HVC ervan zich aan de regels te onttrekken door veel meer dan wettelijk is toegestaan zaken te doen met commerciële partijen. De publieke afvalverwerker zou minimaal 80 procent van haar activiteiten moeten verrichten voor de aandeelhouders, maar dat is volgens De Jong maar 45 procent.
De aandeelhouders van HVC zijn 44 gemeenten – waaronder Zaanstad – en zes waterschappen uit Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland en Friesland. In een brief aan het college en de raad schrijft De Jong zich zorgen te maken over het feit dat ‘publieke afvalverwerkers meer en meer in strijd met wettelijke kaders de private markt betreden, waarbij de tarieven die zij vragen in scherp contrast staan met de commerciële tarieven.’ Hij wil daarover op korte termijn met Zaanstad in gesprek.
Het was oorspronkelijk de bedoeling dat HVC (vrijwel) uitsluitend zou werken voor de aandeelhouders. Het in Alkmaar gevestigde bedrijf mag op grond van de zogenoemde quasi-inhouse uitzondering (artikel 2.24b) uit de Aanbestedingswet ook zaken doen met private partijen, maar dat mag niet de overhand nemen. Europees Recht vereist dat HVC minimaal 80 procent van haar activiteiten voor de aandeelhouders verricht om zonder Europese aanbesteding de overige te mogen ontplooien.
Europese aanbesteding
‘Vooropgesteld moet worden dat een opdracht tot het inzamelen en/of verwerken van (huishoudelijk) afval aan een derde in beginsel Europees moet worden aanbesteed in overeenstemming met de Aanbestedingswet,’ aldus De Jong. Als niet wordt voldaan een de voorwaarden voor de uitzondering – de quasi-inbesteding – kan HVC dus niet om zo’n aanbesteding heen. En dat is wat volgens het Rotterdamse AVR nu wel gebeurt.
Opvolging aangekondigd
‘Uit openbaar beschikbare informatie blijkt dat HVC op de commerciële markt actief is en ook moet zijn om de totale verwerkingscapaciteit efficiënt en kostenverantwoord te kunnen exploiteren.’ AVR kan daarom niet anders dan concluderen dat HVC de wet overtreedt. Het bedrijf heeft de collega’s in Alkmaar dat ook al laten weten, met de mededeling dat AVR ‘opvolging gaat geven’ aan haar standpunt.
