Oliehandel noch botenverkoper wil weg van de Havenstraat

Een van de leurboten.
Een van de leurboten.
Foto: Facebook / Oliehandel Anton van Megen

Eigenaar en naamgever Anton van Megen van Oliehandel Anton van Megen aan de Havenstraat 109 Rood in Zaandam heeft ‘met aandacht en verontwaardiging’ kennis genomen van het ontwerpomgevingsplan voor het Hembrugterein. Hij moet er binnen tien jaar weg, zo heeft hij gelezen. Zijn buurman van de verkoophaven ook.

Van Megen levert aan ‘de kleinste sloepjes tot en met grote zeeschepen, zowel aan de Havenstraat als door de hele IJmond’. Dat laatste gebeurt met zogenoemde leurboten, die hun thuisbasis aan de Havenstraat hebben. Hij runt een vrij uniek bedrijf, waarvan er in Nederland nog zo’n zestien actief zijn, en doet dat met gemiddeld tien tot vijftien mensen in loondienst inclusief zijn zoon en dochter. De oliehandel is daarnaast een leerbedrijf voor – veelal kansarme – jongeren. Een mooi bedrijf met toekomst, kortom.

Sinds 1995

Het bunkerstation kwam er in 1995 ‘op voorspraak en in overleg met de gemeente die een serviceverlenend bedrijf wilde voor de scheepvaart,’ schrijft Van Megen in zijn zienswijze op het ontwerpomgevingsplan. ‘Daar was en is nog steeds behoefte aan.’ En nu heeft hij moeten lezen dat zijn bedrijf bestemd wordt voor tien jaar, zonder enige vorm van compensatie aan het einde van die periode en zonder enige aanwijzing dat de gemeente mee wil werken aan een oplossing voor het voortbestaan van het bedrijf.

Van Megen wil best meewerken aan een eventuele verplaatsing, zo schrijft hij, maar niet met die deadline van tien jaar als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd. Waarom die termijn gesteld is, is hem bovendien niet duidelijk. En waaróm moet hij eigenlijk weg?

Hartenkreet

Een hartenkreet: ‘Beseffen de beleidsmakers wel dat het gebied van het Hembrugterrein aan een kant begrenst wordt door een zeearm (Noordzeekanaal) waar grote zeeboten voorbijvaren en manoeuvreren. En aan de andere kant (Voorzaan) aan een vaarweg type 4 en binnenkort als de nieuwe Wilhelminasluis klaar is een type 5 vaarweg, waar de grootste Rijnschepen (135 bij 21 meter) kunnen komen. Dat zijn geen vijvers of plassen of andere recreatieve wateren, hier wordt gewerkt. Dat heeft ook zijn charme, er is beweging diversiteit en het is noodzakelijk, wij moeten ten slotte ergens werken, en het hoeft zeker niet conflicterend te zijn met wonen. Hamburg is een voorbeeld waar werken en wonen prima samen gaan. Belangrijk is dat de toekomstige bewoners zich bewust worden van hun ‘’wateromgeving’ en wat ze daar kunnen verwachten. Naast de koetjes, eenden en zwanen zijn dat dus ook grote en hele grote schepen.’

Dat het erop lijkt dat zijn bedrijf niet serieus genomen wordt door de gemeente, begint Van Megen te irriteren. Hij vraagt een ‘serieus onderzoek’ naar het voortbestaan van ‘dit prachtige familiebedrijf’. ‘Dat kan prima langs de Voorzaan en dat zou ook moeten kunnen in harmonie met de omgeving.’

Buurman in hetzelfde schuitje

Buurman Thomas Bergsma van het bedrijf Schepenmarkt.nl, beter bekend als de verkoophaven in de Voorzaan, zit in hetzelfde schuitje. Ook hij moet binnen tien jaar weg – en snapt er al evenmin iets van. Na jarenlange procedures vanwege tegenstribbelende omwonenden – ‘twee buurvrouwen’ – heeft hij nu alle benodigde vergunningen bij elkaar en het bedrijf dat hij voor ogen had en nu komt de gemeente en zet er ‘zomaar’ een streep door. Bergsma woont bovendien ook aan de Havenstraat, net als Anton van Megen overigens.

‘Leuk en goed ogend bedrijf’

‘Ik heb dus de haven bijna recht voor mijn deur, heb er inmiddels een goed lopende zaak van weten te maken en verreweg de meeste buurtbewoners vinden het een leuk en goed ogend bedrijf wat ik voer,’ schrijft Bergsma in zijn zienswijze. Hij ‘kan op geen enkele manier begrijpen’ waarom het bedrijf weg zou moeten bij de verdere ontwikkeling van het Hembrugterrein.

‘Open voor ieder plan’

‘Zelf maak ik geen enkel bezwaar tegen welke ontwikkeling dan ook, al bouwen ze 3000 woningen achter mijn huis of haven, of een paar hotels, ik ben voor elke ontwikkeling en sta open voor ieder plan. Maar niet voor een plan waarbinnen mijn bedrijf weg moet. Ik sta open voor voorstellen om mij te compenseren of uit te kopen, dat zou voor geen enkele projectontwikkelaar een probleem moeten zijn. Alleen dan wil ik mijn bedrijf staken en anders zou ik liever willen uitbreiden door de locatie van het bunkerstation erbij te huren, indien dat bedrijf wel weggesaneerd wordt of verplaatst wordt, omdat dit wel een bedrijf is met milieuvergunningen en een zone daaromheen.’

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen