Wanneer je als kledingconcern koketteert met duurzaamheid, is het niet bevorderlijk voor je geloofwaardigheid wanneer blijkt dat tonnen splinternieuwe kleren in de verbrandingsoven zijn beland. Het overkomt het Zweedse H&M.
De internationale keten met onder meer een vestiging op de Gedempte Gracht in Zaandam heeft de afgelopen jaren zo’n 60 ton kleding verbrand in Denemarken, ontdekte het Deense tv-programma Operation X. Dat onderzoek deed naar nieuwe kleding die niet wordt verkocht. H&M zou vanaf 2013 gemiddeld twaalf ton kleding per jaar hebben vernietigd bij een afvalverwerkingsbedrijf in Roskilde.
Prijskaartjes er nog aan
Journalisten vonden in de dozen van H&M nieuwe kleding, met de prijskaartjes er nog aan. Dat is des te opmerkelijker omdat de keten klanten stimuleert om oude kleding weer in te leveren, zodat de spullen kunnen worden gerecycled. Om het gewicht aan verbrande ongedragen kleren in perspectief te plaatsen: de Vereniging Herwinning Textiel schat dat in Nederland jaarlijks 75.000 ton aan afgedankte kleding wordt ingezameld.
H&M ontkent dat restpartijen worden vernietigd. ‘Waarom zouden we? Het druist zo in tegen alles waar we voor staan,’ zo reageerde een woordvoerder in het Algemeen Dagblad. Tegen Operation X zei de keten dat kleding soms om gezondheids- of veiligheidsredenen wordt verbrand: er kan sprake zijn van een te hoge concentratie chemische stoffen of te veel bacteriën, doordat de kleding in contact is geweest met afvalwater.
Operation X stelt echter dat in een laboratorium dergelijke stoffen niet werden gevonden.
