Er hebben zich tussen 23 maart en 17 april 3190 Zaanse zelfstandigen aangemeld voor een uitkering op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Het aantal nieuwe aanmeldingen neemt af, aldus de gemeente.
Tot 17 april hebben bijna 1000 zelfstandigen al een Tozo-uitkering ontvangen. Ook is 156 aanmelders gevraagd missende informatie aan te leveren. Alle ondernemers die zich tot en met 17 april hebben gemeld hebben deze week een brief ontvangen met een bevestiging van de aanmelding, tenzij ze al een bericht of een betaling van de gemeente hebben ontvangen. Ondernemers die zich vóór 17 april hebben aangemeld maar geen brief hebben gekregen, wordt gevraagd om zich via de website te melden via de zoekterm ‘tozo’. Volgens wethouder Natasja Groothuismink van Werk en Inkomen wordt op het stadhuis ‘ontzettend hard’ gewerkt om alle aanvragen zo snel mogelijk te verwerken.
Begrip
‘We snappen dat ondernemers veel vragen en zorgen hebben. Voor nu vragen we vooral om hun begrip. We hebben alle inzet nodig om de aanmeldingen binnen vier weken af te handelen. Een tussentijdse update geven van de status van aanvragen doen we daarom bijvoorbeeld nauwelijks: dat kost helaas te veel kostbare tijd. Weet dat we er alles aan doen om onze Zaanse zelfstandigen te ondersteunen,’ laat zij middels een persbericht weten. Collega Hans Krieger van Economie zegt dat er veel telefoontjes binnenkomen van getroffen ondernemers. ‘De coronacrisis leidt echt tot lastige situaties. Zo leiden bij veel ondernemers de huurlasten van hun panden tot problemen. Daarom versturen we namens het college een brief aan verhuurders van commercieel vastgoed om te pleiten voor coulance en om hierover in gesprek te gaan met hun huurders.’
Krediet
Ook bestaat de mogelijkheid voor ondernemers om een krediet aan te vragen van ruim 10.000 euro om dergelijke liquiditeitsproblemen op te vangen. ‘We analyseren op grond van de vragen en aanvragen van ondersteuning welke doelgroep een beroep doet op de Tozo, welke branches het meest getroffen worden, wat hun situatie is, wat er leeft, wat hun vragen zijn en wat hun informatiebehoefte is. Zo willen we onze ondersteuning nog meer op maat kunnen vormgeven.’
