Meerdere seniorenorganisaties uit het noorden van de gemeente hebben uitgeverij Rodi Media verzocht om in de resterende huis-aan-huisbladen meer aandacht te besteden aan dat deel van de gemeente. Nu De Krommenieër en De Zaankanter failliet zijn wordt een goede gratis informatiebron node gemist in Krommenie, Assendelft en Wormerveer. Want niet alle ouderen zijn digitaal vaardig.
Rodi verzorgt de gratis weekbladen de bladen Zaans Stadsblad (op woensdag) en Zaanstreek op Zondag. Die worden verspreid in een oplage van 72.900 kranten voor heel Zaanstad, waar ook de rond 53.000 inwoners van Zaanstad-Noord het mee moeten doen. ‘Vele jaren lang heeft Zaanstad-Noord, vooral Krommenie met Assendelft, behalve de Rodi publicaties nog een eigen versie van een huis-aan-huis blad gekend: De Krommenieër. Met het teloorgaan van dit speciaal op deze beide dorpen gericht blad is ook een deel van de lokale communicatie verdwenen,’ zo is de ervaring.
Omdat de Rodi-bladen heel Zaanstad beslaan, kan niet altijd ál het nieuws voor de voormalige zelfstandige Zaanse dorpen als Krommenie en Assendelft geplaatst worden. ‘Wormerveer verloor in dit proces de lokale communicatie door het verdwijnen van De Zaankanter. Wij voorzien voor de bewoners van Zaanstad-Noord problemen door het geringer worden van de mogelijkheden tot lokaal communiceren,’ schrijven Henk Lutke Schipholt van de Seniorenvereniging Krommenie, Peter Smit van KBO Seniorenbelang Zaanstreek-Noord, Willy Caspers van de Seniorenvereniging Krommenie en Kees van den Berg van de stichting Buurtcentrum De Pelikaan.
Vrijwilligers
Zij missen in de huidige situatie nieuws, meldingen, oproepen, verslagen en uitnodigingen van de vele lokale verenigingen, buurthuizen en maatschappelijke groeperingen en instellingen. ‘Wij hopen dat Rodi Media dit gemis aan lokale communicatie in Zaanstad Noord wil gaan compenseren door extra faciliteiten te bieden door bijvoorbeeld voor dit gedeelte van Zaanstad extra pagina’s toe te voegen, een apart Stadsblad voor Zaanstad-Noord te creëren of ruimte vrij te maken voor een ‘dorpsredactie’, bestaande uit vrijwilligers,’ geven ze meteen al een schot voor de boeg. Zo’n vrijwillige redactie zou dan voor een deel van de nieuwsgaring in de dorpen moeten zorgen. De briefschrijvers wijzen er daarbij op dat dit laatste al eerder is gebeurd in De Krommenieër, waar vrijwilligers ‘onder verantwoording van de toen nog bestaande wijkraden jarenlang maandelijks twee zeer goed gelezen pagina’s vulden’. Ze vragen de Rodi-directie om een gesprek om met elkaar van gedachten te wisselen over deze ideeën.
