Aandeelhouders HVC akkoord met onderzoek naar AEB-fusie

21 sep 2019, 12:48 Bedrijvigheid
screenshot 20190921 124627
Google Street View
De 50 aandeelhouders van afvalbedrijf HVC, waaronder Zaanstad, hebben een overname van het noodlijdende Afval Energiebedrijf in Amsterdam gisteren tijdens een eerste overleg over de kwestie niet meteen van tafel geveegd, hoewel er nadat het nieuws van een mogelijke fusie uitlekte veel vragen en kritiek te horen waren. De samenvoeging is een wens van de Amsterdamse politiek, die liever geen overname door een private partij wil.
Er is al gestart met een boekenonderzoek bij AEB, dat een miljoenenschuld heeft bij eigenaar gemeente Amsterdam, een landelijke afvalcrisis veroorzaakte toen uit veiligheidsoverwegingen van de ene dag op de andere vier van de zes verbrandigsovens moesten sluiten en dat de afgelopen jaren werd geleid door een falende top. De Huisvuilcentrale in Alkmaar is een gezond bedrijf dat winst maakt – hoewel er voor de aandeelhouders hoge kosten aan verbonden zijn – en dat eigendom is van 44 gemeenten en zes waterschappen. In Zaanstad heeft de POV eerder deze week een motie ingediend om te voorkomen dat de gemeenteraad straks overvallen wordt met een kat in de zak. Pas als de eerste onderzoeken daar aanleiding toe geven zal serieus verder worden gepraat over een samenvoeging van de twee afval- en energiebedrijven.

Ergernis over Amsterdam

Juist vandaag bericht Het Parool over groeiende onvrede over de hoofdstad in de Metropoolregio Amsterdam, een gemeente die ‘vooral thuis geeft als ze iets kwijt wil, zoals toeristen of de cruiseterminal’. En AEB dus. Is de regio niet nodig om een probleem op te lossen, dan gaat Amsterdam zijn eigen gang zonder veel oog voor de consequenties voor de omliggende gemeenten. Deze conclusies komen uit een evaluatie van de bestuurlijke samenwerking in de MRA, een samenwerkingsverband van 32 gemeenten, de Vervoerregio Amsterdam en de provincies Noord-Holland en Flevoland.
Amsterdam zou juist de kar moeten trekken en een verbindende factor moeten zijn om een einde te maken aan de ‘verpletterende versplintering’ die de MRA kenmerkt en een leidende rol moeten spelen bij het ontwikkelen van een gezamenlijke visie.
De evaluatie wordt komende maand besproken.