Het is een jongerencentrum, zei de vader. Het is een lunchroom, zei de zoon. Hij gaat dicht, zei waarnemend burgemeester Ruud Vreeman. De Raad van State gaf de laatste gelijk: het Lunchcafé in Poelenburg dat half november 2016 geopend werd raakte terecht al na enkele weken de exploitatievergunning kwijt wegens gevaar voor de openbare orde.
Volgens de burgemeester exploiteerde de zoon de zaak van zijn vader feitelijk als jongerencentrum, terwijl hij daarvoor geen vergunning had. Hij was bovendien niet altijd aanwezig terwijl hij daartoe op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening wel verplicht was en bekommerde zich niet om een goede gang van zaken in de lunchroom en de directe omgeving daarvan. Dat blijkt onder andere uit politierapporten.
Volgens de zoon maakte de aanwezigheid van veel jongeren in het Lunchcafé op zichzelf nog niet dat er een jongerencentrum gerund werd, ongeacht de persoonlijke opvattingen van zijn vader daarover. De meeste klanten kwamen er om maaltijden te nuttigen en vertrokken vervolgens weer, aldus de exploitant. De politie constateerde bij een bezoek echter dat de 20 aanwezige jongeren onder meer tafelvoetbal, rummikub, kaart- en bordspellen speelden. De vader had zich bovendien voorgesteld als eigenaar en verklaard dat hij het Lunchcafé had geopend omdat hij een plek voor jongeren wilde.
Overlast op straat
De jongeren bleven echter niet binnen, maar veroorzaakten ook overlast buiten. Omwonenden beklaagden zich over de onveiligheid die ze ervoeren door intimiderend gedrag van de jeugd en over het afval dat op straat werd achtergelaten, waaronder lachgascapsules. Op 14 december liet de vader de Jeugdboa’s weten dat zij en de politie niet langer welkom waren in de zaak, waar volgens een rapport van de eersten geen sprake was van een eetgelegenheid: er lagen geen menukaarten op tafel en er werd geen voedsel geserveerd. Wel stond een aantal waterpijpen op tafel en dronk een aanwezige alcohol.
Gebiedsverboden
De gasten waren jongeren uit Poelenburg en Peldersveld die negatief in het nieuws waren geweest, zagen de bijzondere opsporingsambtenaren. In en om het Lunchcafé signaleerden ze diverse keren mensen met een gebiedsverbod, wat resulteerde in veertien processen-verbaal. De vader van de exploitant liet weten niets tegen de aanwezigheid van de overtreders van de gebiedsverboden te zullen doen. Het dieptepunt was de komst van een ambulance op een persoon af te voeren met een overdosis GHB. Het was genoeg om eerst de rechtbank en nu ook de Raad van State ervan te overtuigen dat de burgemeester alle reden had om de conclusie te trekken dat het Lunchcafé feitelijk als een jongerencentrum fungeerde zonder daarvoor de vereiste vergunning te hebben en dat de exploitant geen verantwoordelijkheid wenste te nemen voor de overlast die hij daarmee veroorzaakte.
