Na een jarenlange procedure bij de Raad van State is Zaanstad veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de eigenaar van een buxuskwekerij aan de Vaartdijk in Assendelft. Die claimde een bedrag van 1.019.944,07 euro voor schade als gevolg van onrechtmatige besluiten van de gemeente, maar kreeg uiteindelijk 12.843,16 euro toegewezen. Daar komt nog wel rente bij vanaf de dag dat de claim werd ingediend.
Het conflict draaide om de door de gemeente geweigerde toestemming voor het uitbreiden van de kwekerij met containerteelt door middel van het plaatsen van planten in potten op een doek. Het idee was in 2005 om dat te doen op een belendend perceel van de bestaande teelt in de volle grond. De gemeente oordeelde echter dat het bestemmingsplan alleen grondgebonden agrarische bedrijfsvoering toestond en daar valt containerkweek niet onder. De Raad van State besliste al eerder in een tussenuitspraak dat dit volgens het bestuursrecht door de beugel kon.
Niet aannemelijk gemaakt
Daarna ontstond een langdurige briefwisseling met gesteggel over geleden schade op verschillende percelen grond in Assendelft. Eigen grond, gepachte grond, geërfde grond en vervolgens al dan niet onder dwang van de bank onder de marktprijs verkochte grond. De Raad van State heeft nu eerder deze maand geoordeeld dat de bezwaarmaker de schade die hij zegt te hebben geleden onvoldoende onderbouwd heeft om aannemelijk te worden geacht.
Ontbrekende stukken
Zo ontbrak een teeltplan of investeringsplan voor de uitbreiding van de buxuskwekerij en de haalbaarheid en financiering daarvan. Hij heeft volgens de bestuursrechter evenmin kunnen aantonen dat de gemeente in feite de exploitatie van de buxuskwekerij onmogelijk heeft gemaakt. Een door de gemeente ingeschakelde deskundige kwam tot de conclusie dat ‘het onthouden van toestemming voor containerteelt (…) geen belemmering voor een winstgevende exploitatie van de buxuskwekerij was’.
Geen aantoonbare vermogensschade
De rechter volgde het betoog van de deskundige die de inkomensderving van de kweker in de vastgestelde schadeperiode 2009-2014 vaststelde op 12.843,16 euro. De bezwaarmaker heeft dat bedrag in de ogen van de RvS niet succesvol kunnen bestrijden. Wat de daarnaast geclaimde vermogensschade betreft beet de kweker eveneens in het zand: hij heeft geen bewijs aangedragen dat hij door het handelen van het college noodgedwongen geld heeft moeten toeleggen op de verkoop van grond. Zo ontbrak een rapport van een onafhankelijke taxateur.
De gemeente moet de kweker wel een een vergoeding betalen voor de na 19 mei 2016 gemaakte proceskosten, confor de tussenuitspraak van december 2017. Dat gaat in totaal om een bedrag van 4095,14 euro.
