Zaanstad
houdt de komende twee jaar een messenverbod . Gevaarlijke voorwerpen zoals messen en slagwapens vervoeren in de openbare ruimte kan - bij het ontbreken van een geloofwaardige verklaring - daarmee een bestuursrechtelijke dwangsom van 2500 opleveren. Die moet betaald worden bij een nieuwe overtreding.
'Wij willen werken aan een wapenvrij Zaanstad,' stelt burgemeester Jan Hamming in een verklaring. 'Een gemeente waar iedereen veilig over straat kan. Daarbij vind ik het belangrijk om een norm te stellen en die norm is: wapens, in welke vorm dan ook, zijn verboden. Daar begint het bij. Dat wij als gemeenschap zeggen, van jong tot oud, van ouder tot kind: het is niet normaal om een wapen bij je te dragen. Doe je dat toch en word je gepakt: dan staat daar een fikse dwangsom tegenover.'
Geweld geen uitzondering
Tussen november 2021 en nu heeft de politie 316 geweldsincidenten geregistreerd waarbij wapens die vallen onder de wet Wapens en munitie en gevaarlijke voorwerpen in het spel waren. Door de manier van registreren is het niet mogelijk om het aantal incidenten op te splitsen in wapens en gevaarlijke voorwerpen.In totaal is in deze periode aan zeventien mensen een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van het verbod op gevaarlijke voorwerpen.
Ontmoediging
Op zichzelf is het messenverbod niet genoeg voor de aanpak van het probleem, zegt Hamming. 'We spelen allemaal een rol in het veiliger maken van de Zaanse straten. Door naar elkaar om te kijken. Door in gesprek te gaan met onze kinderen over het bezitten van wapens. En door soms hard in te grijpen. Het leed dat kan ontstaan is onmetelijk groot en bovendien heeft het grote impact op het gevoel van veiligheid van onze inwoners. We denken dat van dit verbod een blijvend ontmoedigende werking uitgaat.'
Meer werk van maken
Daarnaast kan als dat nodig is stevig worden optreden tegen overtreders. 'Daar willen we de komende tijd, in samenwerking met de politie nog meer werk van maken.' Het verbod leidt er niet toe dat spontaan op inwoners zal worden afgestapt met de vraag of ze in het bezit zijn van gevaarlijke voorwerpen. Dit is alleen mogelijk bij preventief fouilleren in de aangewezen veiligheidsrisicogebieden of als de politie daar een aanleiding toe ziet. Op het moment dat iemand met een gevaarlijk voorwerp de openbare orde of veiligheid in gevaar brengt of dreigt te brengen kan er wel gehandeld worden.