Tate & Lyle in Koog wereldwijd voorop met duurzaamheid

Tate & Lyle geeft duurzaamheid een stevige duw in de rug met een nieuw productieproces dat het energie- en waterverbruik in het segment van Clean Label-zetmeel met een derde reduceert, terwijl 99,9 procent van het afval van de vestiging in Koog aan de Zaan nuttig gebruikt wordt. De vernieuwingen worden wereldwijd uitgerold.

Tate & Lyle PLC is een toonaangevende wereldwijde leverancier van ingrediënten voor gezondere voeding en dranken, die naar eigen zeggen alles in het werk stelt om zijn duurzaamheidsdoelen na te komen. Dat blijkt onder andere uit de sterke vooruitgang wat betreft het waterverbruik, de afvalverwerking en de reductie van koolstofemissies in Koog.

Ingenieurs in Koog verbeterden de productieprocedure van de Claria® Clean Label Functional Starches, het topmerk onder de verdikkingsmiddelen van het bedrijf, om de carbon footprint en het waterverbruik met respectievelijk 34 en 35 procent te verkleinen ten opzichte van de productielijn die nu nog in gebruik is. Claria® is een zetmeel op maïsbasis dat wordt gebruikt in producten als dranken, soepen, sauzen en dressings.

Naar nul koolstofuitstoot

De productieoptimalisatie in Koog, waar ook 100 procent hernieuwbare elektriciteit gebruikt wordt helpt Tate & Lyle bij het behalen van zijn wetenschappelijk gebaseerde doelstelling om zijn koolstofemissies tegen 2030 met 30 procent te verminderen en om tegen 2050 een netto nuluitstoot te bereiken. Deze productie-innovatie brengt Tate & Lyle ook een stap dichter bij het bereiken van de doelstelling om zijn waterverbruik tegen 2030 met vijftien procent te verkleinen.

Ook nul afval

Het team in Koog bereikte onlangs ook een belangrijke mijlpaal op het gebied van afvalverwerking door een nuttig gebruik te vinden voor 99,9 procent van alle restproducten. Zo wordt afvalwaterslib en organisch materiaal (vers voer, corngold) gebruikt als voedingsstof voor de dieren en velden van lokale landbouwbedrijven. Dit werk draagt bij tot de doelstelling van Tate & Lyle om tegen 2030 wereldwijd al het afval nuttig te gebruiken.