Gaat hockeyclub De Kraaien nu echt naar Zaandijk ? GroenLinks en de SP vragen zich af hoe het zit met de inspraak van omwonenden.
Paul Laport van GroenLinks en Roland van Braam van de SP willen van het college weten wat er nu eigenlijk gaat gebeuren aan de Fortuinweg in Zaandijk. Ze zijn in de war geraakt door tegenstrijdige berichten. Paul de Haan van de Belangengroep Harpstraat heeft de visie van zijn achterban verwoord, maar daarna kwam er nog een tweede burgervertegenwoordiging in beeld: de Werkgroep Natuurgebied Fortuin. En de visies van die twee zouden volstrekt niet op elkaar aansluiten. Waarom niet wordt helaas niet duidelijk en is ook nergens in archieven te vinden: digitaal bestaat de Werkgroep Natuurgebied Fortuin niet.
‘Met wie is de gemeente op dit moment feitelijk in gesprek? En hoe representatief is de Belangengroep Harpstraat voor de omwonenden van de Fortuinlocatie?’, willen Laport en Van Braam nu weten. ‘Is de gemeente op de hoogte van de vorming van de nieuwe werkgroep? En zo ja, is het college bereid ook deze werkgroep te betrekken bij de verschillende overleggen die plaatsvinden?’
‘De Fortuinlocatie’ zoals hij in gemeentelijk jargon heet is in 1993 en 2003 al onderzocht om vast te stellen welke vervuiling er in de grond zit. Daaruit bleek onder andere ‘een matige tot ernstige verontreiniging’ met lood en een ‘ernstige arseenverontreiniging’. Ook zijn er koper en kwik gevonden. ‘Worden deze bodemonderzoeken opnieuw meegenomen in de nieuwe onderzoeken die plaatsvinden?’ vragen de twee partijen zich af,
In 2003 werd opgemerkt dat ‘het ophogen van het terrein in dit geval gezien kan worden als een saneringsvariant (isoleren) en dat hiervoor derhalve een beschikking dient te worden aangevraagd. In dit kader dient een saneringsplan c.q. plan van aanpak op te worden gesteld en dienen de mate en omvang van de sterke verontreinigingen bepaald te worden. Verder kan de grond, indien deze vrijkomt, kostenverhogend werken omdat deze niet geheel vrij is van verontreinigingen.’ Dat lijkt klare taal: dit wordt een dure grap. Maar zijn deze conclusies nog steeds actueel? Kan er een inschatting worden gemaakt van de extra kosten die mogelijk gemaakt moeten worden voor deze variant?
Misschien wel de meest duidelijke conclusie uit 2003 is dat gezien de resultaten van het bodemonderzoek, het hele terrein niet zonder meer geschikt is voor de ontwikkeling van een sportveldencomplex . Hoe staat het daar veertien jaar later dan mee?
Het college heeft aangegeven dat er ‘aanvullend ecologisch onderzoek’ moet komen. Maar geldt dat ook voor het stuk grond dat extra aangekocht moet worden om de plannen te realiseren? Kan dergelijk onderzoek pas gebeuren nadat de grond is aangekocht of kan daar al eerder mee worden begonnen? En is er enig zicht op de extra kosten die daaruit kunnen voortvloeien? De vragenstellers zijn de weg kwijt in het schier eindeloze dossier. En ze staan daarin waarschijnlijk niet alleen.