Sluis en Zaanbrug lesmateriaal projecten infrastructuur

15 feb , 12:15 Actueel
screenshot 20240215 121315
Provincie Noord-Holland
Zaanstad wil meer grip krijgen op de kosten van grote projecten en het bijbehorende risicomanagement om in de toekomst complexe projecten realistischer te kunnen begroten. De nieuwe Zaanbrug, spoorwegovergang Guisweg, nieuwbouw Kogerveldwijk, zwembad De Slag en de herinrichting van de Thorbeckweg dienden als voorbeeld.
Het bureau Enthousiast Publiek heeft voor een onderzoek betrokkenen bij die projecten bevraagd en documenten geanalyseerd. Het resultaat is een projectoverstijgende analyse met aanbevelingen voor verbeteringen. Zaanstad heeft ruime ervaring met gebiedsontwikkeling, maar minder met complexe en kostbare infrastructuurprojecten met meerdere financiers en met een grote impact op de omgeving. In de afgelopen jaren is één project afgerond dat aan die criteria voldoet, en wel de renovatie van de Wilhelminasluis. Daar is veel van geleerd.

Zwakke punten

In de interne evaluatie daarvan staat dat bepaalde zaken zoals de opdrachtverlening (sturing op het inhoudelijk resultaat), de samenwerking, zorg voor een blijvend goed projectteam en het realistisch begroten beter hadden gekund. Ook werd geconstateerd dat de kennis van geïntegreerde contractvorming onvoldoende was. De aldus geleerde lessen konden nog niet worden meegenomen bij de bouw van de nieuwe Zaanbrug. Budgettaire problemen bij dat project leidden echter wel tot het onderzoek, waaruit een aantal conclusies zijn gekomen:
  • Zaanstad leert van het verleden: de lessen van de sluis en de brug zijn later toegepast bij de Thorbeckeweg en de Guisweg. Zaanstad kan inmiddels zelf dit soort grote infrastructuurprojecten uitvoeren en weet welke kennis en financiën hierbij horen. Wel is de afhankelijkheid van externe inhuur groot.
  • Het belangrijkste instrument voor projectbeheersing en realistisch ramen, namelijk een faseringsmethode, is in Zaanstad niet geformaliseerd. Daarin wordt vastgelegd bij welke fase er een besluit nodig is, welke informatie en projectorganisatie daarvoor nodig is en welke risico’s worden meegenomen.
  • In Zaanstad wordt door externe partijen veel geïnvesteerd met een gemeentelijke bijdrage. Dat is best knap. Het uitvoeren van grote projecten met veel verschillende externe dekkingsbronnen is complex en daarmee risicovol. Voor inzicht in de voortgang en beheersing is het belangrijk dat hierover gerapporteerd wordt. De ondersteuningsstructuur voordie grote projecten en programma’s is nog niet volledig ingericht.
  • Ook mist een doorkijk op de budgettaire mogelijkheden in relatie tot de grote opgaven (in de strategische investeringsagenda).
  • Niet alle kansen worden benut. Er wordt weinig adviescapaciteit ingezet om in de regio mee te doen in projecten zelfs als daar externe dekking voor is. Daarvoor zijn verschillende oorzaken zoals personeelsgebrek, budgettaire krapte en het gevoel van beperkte invloed. Maar daardoor kan de gemeente later wel met meerkosten worden geconfronteerd.
  • Over het algemeen zijn de ramingen van de benodigde budgetten en risico’s van de drie bekeken grote infrastructuurprojecten op dit moment naar behoren ingeschat. Wat overigens niet betekent dat er in de toekomst geen bijstellingen kunnen plaatsvinden.