Het college van Wormerland ziet niets in het voorstel van de VVD om nieuwe woningen in de sociale en middeldure sector op te knippen in een goedkoop en een regulier segment. Dat zou deze huur- en koopwoningen bereikbaar moeten maken voor jonge starters.
Het voorstel was om 50 procent van de sociale huurwoningen op maximaal 600 euro huur per maand vast te zetten en de prijs van koopwoningen in de middensector op 300.000 euro - in beide gevallen ongeveer twee derde van de huidige normen. Maar het laatste wat het college van Wormerland wil is bestaande afspraken over woningbouwprojecten openbreken en zich daarmee een onbetrouwbare partner tonen. 'Het wijzigen van het woningbouwprogramma heeft grote financiële gevolgen voor alle betrokken partijen waardoor de realisatie van woningbouwprojecten in de toekomst in gevaar komt,' is het antwoord op het voorstel van de VVD.
Het verlagen van de huurprijzen betekent dat corporaties de bouwkosten niet kunnen terugverdienen. 'Dit zou de bouw in de huidige condities onmogelijk maken. Wel zijn er in sommige gevallen andere mogelijkheden voor inwoners de huurlasten te verlagen, bijvoorbeeld huursubsidie.' Verder wordt erop gewezen dat in het project voor de Veerdijk 44 in overeenstemming met de ontwikkelaar al is afgeweken van de anterieure overeenkomst, zodat er ook tien procent middeldure huurwoningen en 30 procent sociale huur (en dus geen sociale koop) gerealiseerd worden.
De gemeenteraad van Wormerland stelt dit najaar het lokale volkshuisvestingprogramma vast en op dit moment valt nog niet aan te geven wat dat betekent voor projecten die nog in het vat zitten. 'Dat hangt af van factoren zoals de fase van de planvorming, gemaakte formele afspraken en de aard van de gewenste wijzigingen. Op het moment dat er een anterieure overeenkomst is afgesloten, worden de dan geldende wet- en regelgeving als uitgangspunt gebruikt. Projecten als de Zaandriehoek en Veerdijk 44 zijn niet aan te passen aan de nieuwe beleidsuitgangspunten, tenzij beide partijen hiermee instemmen.'