Nu zeventienjarigen veroordeeld voor dreigen met schoolshooting in 2023

11 nov , 17:00 Actueel
Screenshot_20251111_163614
Vectorportal.com

Twee inmiddels zeventienjarige Zaandammers zijn door de jeugdrechter veroordeeld voor onder meer het dreigen met een schoolshooting in hun woonplaats op 4 april 2023. Ze waren destijds veertien en vijftien jaar oud. Beiden zaten al vast tijdens het onderzoek en moeten nu nog taakstraffen uitvoeren.

De oudste verdachte werd daarnaast nog verdacht van een poging tot afpersing van de school en het wederrechtelijk gebruiken van ID-gegevens van een klasgenoot, waardoor het in eerste instantie leek alsof die jongen achter de dreiging zat; die laatste jongen werd vervolgens ook daadwerkelijk aangehouden. Gedurende het onderzoek naar de aangekondigde schoolshooting kwamen nog meer strafbare feiten naar voren. De beide jongens hielden zich bezig met het online oplichten van mensen. Beiden worden daarom ook nog verdacht van oplichting in vereniging, computervredebreuk en het manipuleren van computergegevens. De oudste had daarnaast ook nog hacking tools in zijn bezit en wordt verdacht van witwassen in vereniging.

Automatisch geweer

Op dinsdag 4 april 2023 ontvingen meerdere docenten van het VMBO Pascal Zuid een e-mail waarin werd gedreigd met een shooting. Er was een foto bijgevoegd van een onherkenbaar gemaakt persoon met een automatisch geweer. De school nam de dreiging serieus, waarschuwde de politie en sloot de schooldeuren voor die dag. Het zorgde voor veel onrust. Leerlingen, ouders, docenten en andere medewerkers van de school maakten zich zorgen. De onrust was ook voor de buitenwereld zichtbaar, maar voor de destijds vijftienjarige verdachte was dit geen reden om te stoppen. Hij stuurde een mail met een eis van 100.000 dollar in crypto om de schoolshooting te voorkomen.

Leven gebeterd

Inmiddels is het ruim 2,5 jaar nadat de dreiging met de schoolshooting plaatsvond. Het onderzoek naar het digitaal oplichten van andere mensen nam veel tijd in beslag. De twee verdachten hebben zover naar voren is gekomen recent geen andere strafbare feiten gepleegd. Ze lijken hun leven te hebben gebeterd en weer op de rit te hebben. Het tijdsverloop, de destijds zeer jonge leeftijd van de verdachten en het feit dat er geen nieuwe strafbare feiten zijn bijgekomen nam de officier van justitie mee in de strafeis. Daarnaast benadrukte zij ter zitting dat het wel om zeer ernstige feiten gaat. Met betrekking tot de oplichting benoemde de officier van justitie ter zitting dat de verdachte op grove wijze winst heeft gemaakt over de rug van mensen die digitaal minder onderlegd zijn.

De straffen

Uiteindelijk eiste de officier van justitie ten aanzien van de oudste verdachte 135 dagen jeugddetentie met aftrek van vijftien dagen voorarrest, waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en met oplegging van  bijzondere voorwaarden met een proeftijd van één jaar. De straf die is opgelegd is conform de eis.

De tweede verdachte hoorde een strafeis van veertien dagen jeugddetentie tegen zich eisen, met aftrek van het voorarrest (van veertien dagen) en een werkstraf van 100 uur. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een werkstraf van 120 uur, wat bij het niet of niet goed uitvoeren daarvan kan worden vervangen door 60 uur jeugddetentie. De tijd die de verdachte in voorarrest heeft gezeten wordt bij de taakstraf in mindering gebracht. Per vastgezeten dag gaan er twee uur taakstraf vanaf.