NL-Alert gaat vanaf 2026 landelijk luchtalarm vervangen

02 mrt 2024, 9:50 Actueel
screenshot 20240302 084601
Google / F.J.A.M. van der Helm

Als het aan demissionair minister Dilan Yeşilgöz van Justitie en Veiliheid ligt wordt het in 2026 werkelijkheid: geen maandelijks loeiend luchtalarm meer maar een AL-Alert via de mobiele telefoon. Het systeem om de bevolking te waarschuwen voor calamiteitrem wordt afgestoten.

Yeşilgöz schrijft in een Kamerbrief dat het landelijke luchtalarm dat elke eerste maandag van de maand om 12:00 uur wordt getest weinig voordelen biedt en nauwelijks grote successen had. Ook is de dekking van deze alarmering veel lager dan die van NL-Alert. De meldingen op NL-Alert zijn bovendien duidelijker, omdat ze informatie bevatten over het soort calamiteit en aangeven wat de ontvanger moet doen. Zo’n waarschuwing van de overheid wordt via zendmasten verstuurd naar mobiele telefoons in een bepaald gebied. NL-Alert heeft inmiddels een bereik van 92 procent, zo werd in december 2023 gemeten. De bekendheid is vergroot door campagnes en er is een app ontwikkeld.

Duur

De huidige sirenes zijn in het 'meest gunstige geval door ongeveer 75 procent van de mensen te horen'. Dat is volgens de minister nog lager in nieuwe woonwijken of op locaties waar bijvoorbeeld hoogbouw is gekomen. Om meer dekking te krijgen zouden gemeenten sirenes moeten bijplaatsen op ongeveer 500 locaties. Het in stand houden van het luchtalarmsysteem kost ook nogal wat, schrijft ze. Alles afwegende lijkt het haar beter om eind 2025, als de onderhoudscontracten aflopen, het systeem te ontmantelen.

Hoogrisicolocaties

Na 2025 zullen er zo nodig in enkele veiligheidsregio’s op enkele hoogrisicolocaties nog 'extra waarschuwingssystemen' blijven bestaan, schrijft de bewindsvrouw. Dat kan betekenen dat er nog palen met sirenes blijven, maar dat die mogelijk op een regionaal systeem staan aangesloten en niet meer op een landelijk netwerk, zegt een woordvoerster van het departement. Hoe dit er precies uit gaat zien is nog onderwerp van overleg tussen het ministerie en de veiligheidsregio’s. Ook de Tweede Kamer moet zich nog over het besluit buigen.