
Bijna acht procent van de huurwoningen van woningcorporaties die in 2023 vrijkwamen ging dat jaar naar statushouders, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. De Zaanstreek zit daar onder. Acht procent is ongeveer één procent meer dan in 2022. In de jaren daarvoor schommelde dit percentage tussen de vier en zeven.
De cijfers over 2023 zijn de recentste gegevens over dit onderwerp. In totaal kwamen twee jaar geleden 161.000 corporatiewoningen vrij. Daarvan gingen er 148.290 naar huishoudens zonder statushouders en 12.729 naar huishoudens met een of meerder gezinsleden met een verblijfsvergunning. Bijna de helft van de statushouders die in een sociale huurwoning terechtkwamen had al langer dan een jaar een verblijfsvergunning.

In Alkmaar en omgeving werden relatief de meeste corporatiewoningen toegewezen aan mensen met een verblijfsvergunning, namelijk zo'n dertien procent. In Delfzijl en omgeving gebeurde dat met twee procent het minst vaak. Gemeenten moeten van de Rijksoverheid zorgen voor passende eerste woonruimte voor statushouders. Hoe groter de gemeente is, hoe meer statushouders ze moeten huisvesten. Het demissionaire kabinet wil van die verplichting af, ondanks kritiek op dat plan van onder meer de Raad van State. De belangrijkste raadgever van de regering vindt het wetsvoorstel om de voorrang van statushouders te schrappen discriminerend en in strijd met de Grondwet.






