Het aantal kleine woningen van 50 vierkante meter of minder neemt steeds meer toe. Flexwoningen, die worden ingezet als tijdelijke oplossing voor de woningnood, vormen een groeiend deel van deze toename, meldt het Planbureau voor de Leefomgeving op basis van
onderzoek. Deze huisjes zijn vaak maar 30 vierkante meter of kleiner. In Zaanstad staan ze in Assendelft en straks
ook op sportpark Poelenburg.
'De meeste Nederlanders wonen echter liever niet zo klein,' waarschuwt het PBL. Momenteel vormen deze miniwoningen 5,9 procent van het totaal; in 2012 was dat 4,5 procent. 'De huidige opmars van zeer kleine woningen komt niet overeen met de woonvoorkeuren van een groot deel van de Nederlanders. Slechts een beperkt deel van de woningzoekenden zoekt expliciet naar een kleine woning en de woontevredenheid onder mensen die zo compact wonen is relatief laag,' staat in het rapport.
Jong en relatief arm
Veel mensen verhuizen al binnen een paar jaar naar een grotere woning. Een gemiddelde woning heeft in ons land een grootte van 120 vierkante meter. Volgens het Planbureau telt Nederland ongeveer 482.000 kleine woningen, waarvan de bewoners relatief vaak weinig te besteden hebben. Ruim 80 procent is jonger dan 30 jaar. Flexwoningen zijn vaak zo ontworpen dat ze verplaatsbaar zijn, of het zijn woningen gerealiseerd in tijdelijk getransformeerd vastgoed.
Ze zijn sneller te bouwen en te plaatsen dan permanente woningen. Flexwoningen zijn bedoeld voor mensen die met spoed woonruimte zoeken, zoals starters, studenten, statushouders, mensen met financiële problemen en mensen die gaan scheiden. Aan de Noorderveenweg in Assendelft wonen ook Oekraïense ontheemden.
Planbureau voor de Leefomgeving
Bron: Planbureau voor de Leefomgeving