De pas verschenen geactualiseerde Gemeentelijke Duurzaamheidsindex geeft een overzicht voor alle gemeenten voor drie dimensies: mens en maatschappij, milieu en energie en economie. Iedere gemeente (en inwoner) kan op de website zien op welk gebied goed wordt gescoord en waar verbeteringen wenselijk zijn. Zaanstad moet op alle terreinen nog een tandje bij zetten.
Zaanstad krijgt overall het rapportcijfer 5,8 met economie als zwakste schakel: slechts een 5,3. Op de beide andere onderdelen is het oordeel het aan voldoende. Energie en milieu krijgen een 5,9 en mens en maatschappij een zes. Gemeenten zoals Zeewolde, Staphorst, Rijssen-Holten, Tynaarlo, Rozendaal, Putten, Blaricum, Zoeterwoude, Dalfsen en Wageningen hebben een goede duurzaamheid met een cijfer rond de 7. De helft van de gemeenten heeft een redelijk goede duurzaamheid en de helft krijgt een voldoende. In Nederland als geheel is een positieve trend zichtbaar. De gemiddelde GDI-score is gestegen van 6,2 in 2023 naar 6,3 in 2025.
Zaanstad doet het dus best best op het terrein van mens en maatschappij, waar op een aantal punten beter wordt gescoord dan het landelijke gemiddelde. Zo krijgt het minimabeleid een 8,3 tegen landelijk een 7,9. Het percentage vroegtijdige schoolverlaters ligt met 1,9 net iets lager dan over het hele land gezien (twee procent). Daarentegen is het aantal uitkeringen (WAO, Wajong, WW en WIA; exclusief de AOW en bijstand) per 1000 inwoners een stuk hoger: 101,9 tegen 84,2. Ook bij de burgerparticipatie is nog winst te behalen (4,9 tegen landelijk 5,5).