Het is dit weekeinde tijd voor de vijfde landelijke mollentelling. De Zoogdiervereniging roept mensen op om naar buiten te gaan en gevonden mollen en molshopen door te geven, om een beeld te krijgen van hoeveel mollen er in ons land leven.
Mollen of molshopen die in de eigen tuin zijn gezien, kunnen worden ingevoerd via tuintelling.nl ; waarnemingen buiten de tuin kunnen worden opgegeven op telmee.nl of het speciale mollenmeldpunt van de website waarneming.nl . De Zoogdiervereniging zegt dat het belangrijkste bij waarnemingen is om aan te geven waar en wanneer de dieren of de molshopen zijn gezien.
Vorig jaar verliep de mollentelling door een voorjaarsstorm niet goed en werden er volgens de vereniging weinig mollen geteld: 17.500 molshopen tegen 53.000 een jaar eerder. De mollentellingen belangrijk aangezien er weinig bekend is over de graver. Het staat vast dat overal in Nederland mollen voorkomen, behalve op de Waddeneilanden. Maar waarom het dier daar niet voorkomt, is nog een raadsel aangezien mollen heel goed kunnen zwemmen.
De mol wordt wel bestreden vanwege de schade die het dier aanricht aan gazons. Maar de Zoogdiervereniging laat weten dat dit geen zin heeft: zodra een mol is verdreven, neemt een andere graver zijn gangenstelsel over. Mollen staan bekend als blinde dieren, maar volgens de Zoogdiervereniging zijn ze niet blind, maar hebben ze alleen niet goed ontwikkelde ogen.