De brede welvaart ‘hier en nu’ is in 2022 op veel onderdelen gelijk gebleven of toegenomen. Op veel plaatsen in ons land was er een toename op de onderdelen materiële welvaart, arbeid en vrije tijd, en veiligheid. De brede welvaart ‘later’, dus op langere termijn, ontwikkelt zich minder positief. Zaanstad scoort niet goed, niet nu én niet later.
Uit de regionale
Monitor Brede Welvaart 2022 van het CBS blijkt dat vooral de onderdelen economie en natuurlijk kapitaal landelijk lager gaan scoren. Het CBS meet sinds 2020 de brede welvaart op regionaal niveau. In de monitor worden
42 indicatoren gebruikt om de brede welvaart ‘hier en nu’ en ‘later’ in kaart te brengen voor gemeenten, provincies en analyseregio's. Samen geven deze indicatoren een breed beeld van de staat en ontwikkeling van de kwaliteit van leven. Zaanstad scoort in het 'nu' maar één indicator bovenaan de ranglijst en zestien onderaan die lijst.
Brede welvaart ‘hier en nu’ gaat over de kwaliteit van leven en de omgeving waarin mensen leven. Dit gaat over het ervaren van welzijn, materiële welvaart, gezondheid, arbeid en vrije tijd, wonen, samenleving, veiligheid en milieu. Brede welvaart ‘later’ gaat over de sociale, economische, menselijke en natuurlijke hulpbronnen die volgende generaties nodig hebben om tenminste hetzelfde niveau van brede welvaart te kunnen bereiken als de huidige generatie. Wat 'later' betreft haalt Zaanstad opnieuw één indicator bovenaan de ranglijst en zes onderaan die lijst.
Positief
De brede welvaart ‘hier en nu’ ontwikkelt zich op veel onderdelen positief. De meeste indicatoren voor de brede welvaart ‘hier en nu’ zijn in de laatste acht jaar gestegen of stabiel gebleven. Op veel plaatsen in Nederland stijgen de materiële welvaart, arbeid en vrije tijd en veiligheid. Net als in 2021 daalt in veel gemeenten de tevredenheid op het onderdeel wonen. Dit komt vooral doordat de afstand tot voorzieningen toeneemt. Ook de hoeveelheid natuurgebied per inwoner neemt op veel plaatsen af. Een positieve uitkomst is dat op veel plaatsen de afstand tot openbaar groen afneemt, en dat de hoeveelheid fijnstofemissie en broeikasgasemissie daalt.
Later
De ontwikkeling van de brede welvaart ‘later’ is minder gunstig. Vooral het economisch en natuurlijk kapitaal staan onder druk. Zo neemt in veel regio’s de gemiddelde schuld per huishouden trendmatig toe. In een aantal regio’s neemt de hoeveelheid groen-blauwe ruimte (een indicator voor de natuur) af.
De veiligheid neemt toe in (sterk) verstedelijkte gebieden. Gemeenten in Groningen, Flevoland, Limburg en Drenthe staan relatief vaak onderaan de ranglijst van de brede welvaart ‘hier en nu’. Gemeenten in Zuid- en Noord-Holland hebben een relatief lagere brede welvaart ‘later’. De stedelijkheidsgraad van gemeenten kan sommige verschillen verklaren.
Grote steden
De grote steden staan bij veel indicatoren onderaan de ranglijst van de regionale brede welvaart. Stedelingen hebben gemiddeld genomen een minder goede gezondheid, een lager doorsnee besteedbaar inkomen, een minder veilige en schone leefomgeving en minder sociale cohesie. Al lijkt de veiligheid in (sterk) verstedelijkte gemeenten toe te nemen.
Mensen in minder stedelijke gemeenten scoren lager op het onderdeel wonen. Dit komt doordat de afstand tot voorzieningen toeneemt.
Verbeteringen
Het CBS werkt aan verdere verbetering van regionale data. Helaas zijn de data in het dashboard voor veel kleine gemeenten niet volledig. Daarom wordt bij deze gemeenten een aantal detailaspecten van brede welvaart niet getoond in de monitor. Er wordt nog gewerkt aan een monitor Brede Welvaart 'elders', die de effecten van de regionale keuzes op het gebied van banen, inkomens, (niet-hernieuwbare) hulpbronnen en het milieu in andere regio’s en andere landen inzichtelijk maakt.