Er komt een aanpassing van de Leegstandwet om leegstand zo veel mogelijk te voorkomen en de periode dat bijvoorbeeld een woning niet bewoond wordt zo kort mogelijk te houden. Zo moeten gemeenten eerder in gesprek met eigenaren van een leegstand pand. Ookkomt er een verplichte termijn waarbinnen een woning opnieuw bewoond moet worden.
Deze aanpassingen werden als experiment al ingezet in Amsterdam en Utrecht en bleken daar succesvol. De Leegstandwet moet daarnaast ook gaan gelden voor ander vastgoed dan woningen, zoals kantoren en winkels. Gemeenten worden gestimuleerd om proactief beleid te ontwikkelen. In hun huisvestingsprogramma moeten zij voortaan aangeven welke maatregelen ze nemen om leegstand tegen te gaan, bijvoorbeeld door het inzetten van een leegstandverordening of andere middelen.
Staat een pand onterecht leeg, dan kan een gemeente de eigenaar vragen om een huurder te zoeken of zelf een huurder voordragen. Daarnaast kunnen eigenaren in bepaalde gevallen ook zelf bij de gemeente een vergunning aanvragen voor tijdelijke verhuur op basis van de wet. De pilot in Amsterdam zorgde ervoor dat daar al 430 woningen weer in gebruik zijn genomen.
Uit de recent gepubliceerde CBS-monitor over leegstand blijkt dat In Nederland 64.000 woningen langer dan een jaar leeg staan en daarvan zijn er ongeveer 12.500 woningen mogelijk te benutten. Bij de rest van deze woningen wordt nog wel energie verbruikt of is er een legitieme reden dat ze leeg staan. Er wordt dan bijvoorbeeld gewacht op een sloopvergunning. Op een interactieve kaart is te zien hoe groot de leefstand per wijk in Zaanstad is. Oud Zaandijk en de Kogerveldwijk staan met vijf procent leegstand bovenaan.