Informateur klaar: alle gesprekspartners in college

Foto: Wikimedia

Informateur John Bijl is klaar met zijn taak en concludeert dat de fracties van de POV, PvdA, VVD, Rosa, GroenLinks en het CDA op een gedeelde golflengte zitten wat betreft een vruchtbare samenwerking tussen de raad en het college in de komende vier jaar. Daarmee kan de formatie beginnen. Met een welgemeend advies van Bijl: kijk eens wat verder dan die raadsperiode.

Bijl schrijft in zijn eindverslag er zeker van te zijn dat de zes fracties ‘de voorwaarden kunnen scheppen voor een college dat een vruchtbare en interactieve samenwerking zoekt met de raad’. Die samenwerking is in Zaanstad geen vanzelfsprekendheid, ontdekte Bijl tijdens de gesprekken met alle dertien fracties. Iedereen vindt dat het beter moet, maar het komt er maar niet van. ‘U allen wilt het duidelijk anders dan het de afgelopen bestuursperioden is gegaan. Een open bestuurscultuur waar de raad en het college helder zijn in hun eigenstandige verantwoordelijkheden en daar op voorhand verwachtingen over uitspreken. Dat vraagt een raad die middels onderling debat afwegingen maakt over beleid: inhoudelijk, inzichtelijk en invoelbaar,’ schrijft Bijl.

Gezag in plaats van polarisatie

‘Zo’n raad ontwikkelt gezag om als bestuursorgaan afwegingen te maken in plaats van de strijd of polarisatie te voeden die onze samenleving parten speelt. In alle gesprekken komt deze wens naar boven, naast de politieke prioriteiten met betrekking tot woningbouw, invulling geven aan een participatieve agenda, mobiliteit en bereikbaarheid, klimaatadaptatie en energietransitie en het tegengaan of bestrijden van een (economische) tweedeling in de Zaanse samenleving.’ Een college van vijf voormalige coaltiepartijen aangevuld met de Partij voor Ouderen en Veiligheid zou de opdracht moeten krijgen om ‘naast een (hopelijk breder gedragen) collegeprogramma de raad te ondersteunen in het vormen van een eigen agenda’.

Participatiebeleid

‘Eén van de thema’s op deze raadsbrede agenda kan het ontwikkelen van een participatiebeleid zijn; een uitgelezen onderwerp om de rol als volksvertegenwoordiging op te pakken. Het kan de betrokkenheid van
inwoners stroomlijnen en, zeker zo belangrijk, de tijdigheid van participatieve trajecten beter maken. Goede participatie vraagt ook goede planning: in tijd én in verwachtingen,’ aldus Bijl. Daarnaast zou de raad meet aan ’toekomstoriëntatie’ moeten doen. Het viel Bijl op dat ‘de actuele politieke dossiers zich op relatief korte termijn afspelen’. Hij zou een langeretermijnvisie willen zien met betrekking tot vragen als: ‘Wat wilt u voor gemeente zijn? Hoe ontwikkelt de populatie zich? Wat is de positie in de regio? Hoe is de balans tussen werk, wonen en leven?’ De vraag om een nieuwe politieke cultuur biedt een uitgelezen kans een gesprek te starten over de toekomst van de gemeente, oordeelt de informateur.

Nooit meer hetzelfde?

De raad en het college moeten nu aan de slag met de verdere uitwerking van vastgestelde beleidskaders zoals de woonvisie, de maatschappelijke visie en het Zaans mobiliteitsplan en in een ideale wereld in samenspraak tussen het beoogde maatschappelijk effect van het te voeren beleid beter formuleren. Om de samenwerking vorm te geven zijn heldere afspraken nodig en reguliere evaluaties om te bespreken of ingezette veranderingen aan de verwachtigen voldoen. Ondanks personele problemen en een chronisch geldgebrek zijn er politieke en bestuurlijke kansen, blijft Bijl optimistisch. ‘In uw wens het samenspel in het gemeentebestuur ter hand te nemen heeft u de mogelijkheid de slagvaardigheid van de gemeentelijke overheid te vergroten, maar ook als gezamenlijke gemeenbestuurders samen met de inwoners de toekomst van Zaanstad vorm te geven. Het zou wel eens nooit meer hetzelfde kunnen zijn.’

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen