Informateur John Bijl bestrijdt dat de gesprekken die hij voert over de collegevorming vertrouwelijk zijn omdat het over de ‘poppetjes’ gaat, zoals Democratisch Zaanstad in een open brief suggereerde. Ze zijn niet openbaar zodat iedereen allerlei onderwerpen zonder vrees voor mogelijke repercussies aan kan kaarten: ‘Dat kan inhoudelijk en cultureel zijn, of over omgangsvormen en karakters gaan.’
Dat er momenteel alleen vervolggesprekken worden gevoerd met vertegenwoordigers van de POV, PvdA, VVD, Rosa, GroenLinks en het CDA is een gevolg van de overeenkomsten tussen hen in de eerste ronde gesprekken, schrijft Bijl in een reactie. ‘Deze overeenkomsten gingen over prioritering van politieke thema’s en in belangrijke mate over de manier van werken. U zelf constateerde dat het aannemelijk is dat de DZ-fractie daar andere ideeën over heeft dan menig andere fractie in de raad.’ Bijl wil nu vaststellen of er binnen de overgebleven partijen voldoende draagvlak is om verder te gaan.
Samenwerking centraal
Hij schrijft dat de gesprekken met alle fracties in de eerste ronde de manier van samenwerken in de raad onderling én tussen raad en college als hoofdonderwerp hadden. ‘Vragen met betrekking tot de voordracht zouden wat mij betreft nooit hoofdbestanddeel van deze informatiegesprekken moeten zijn, dat is het terrein van de formatie. Uw suggestie dat de gesprekken vertrouwelijk verliepen om te spreken over over mogelijke kandidaten voor het wethouderschap klopt niet.’ Een verdere toelichting volgt nog in zijn eindverslag.
