Meerderjarige inwonende kinderen hoeven in de toekomst na het overlijden van hun ouder(s) niet langer binnen twee maanden de ouderlijke sociale huurwoning te verlaten. Corporaties de mogelijkheid om achterblijvende volwassen kinderen een tijdelijk huurcontract van maximaal twee jaar aan te bieden.
De ministers van Binnenlandse Zaken en voor Rechtsbescherming hebben ook een gedragscode voor verhuurders uitgewerkt waarin staat hoe zij deze jongvolwassenen moeten helpen met huisvesting en maatschappelijke ondersteuning. Dat schrijft demissionair minister Kajsa Ollongren vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Ze geeft daarmee gehoor aan een motie van VVD-Kamerlid Daniel Koerhuis om knellende regels rond de huisvesting van inwonende meerderjarige kinderen na het overlijden van hun ouders aan te pakken.
Jongvolwassenen die hun hurende ouders verliezen, kunnen in een lastige situatie komen omdat zij niet zomaar het huurcontract van hun ouders kunnen ‘erven’. In de meeste gevallen moeten volwassen wezen dan ook ‘van rechtswege’ binnen twee maanden na het overlijden van hun ouders de woning verlaten. Naar schatting gaat het jaarlijks om enkele tientallen gevallen.
Specifieke doelgoep
In de sociale huursector is de Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting aangepast. Meerderjarige inwonende wezen behoren nu tot één van de specifiek aangewezen doelgroepen die in aanmerking komt voor een tijdelijk huurcontract, zodat corporaties hen meer tijd kunnen geven om keuzes te maken over hun toekomst. Verder is er door het ministerie, de corporatiekoepel Aedes, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, verhuurders en experts een gedragscode opgesteld. Uitgangspunt daarvan is dat verhuurders maatwerk bieden om te zorgen dat een meerderjarige wees niet op straat komt te staan. De verhuurder moet daarnaast zorgen voor passende huisvesting en waar nodig ook de huurprijs aanpassen om een woning betaalbaar te maken.
Private huur
Verder werkt de minister van Binnenlandse Zaken samen met haar collega voor Rechtsbescherming aan een ontwerp van een wettelijke regeling die jongvolwassen wezen de mogelijkheid biedt om langer in de ouderlijke huurwoning te blijven wonen, zonder dat de verhuurder daarmee hoeft in te stemmen. Het is de bedoeling dat de regeling zowel in de sociale als de private huursector gaat gelden.
