Rijkswaterstaat is niet bereid om de kap van 245 populieren langs de N246 over meerdere jaren uit te smeren, maar wel over een (veel) kortere periode. De eigenaar van de bomen vindt het risico voor het wegverkeer in het eerste geval te groot en vreest dat het dan onzeker wordt of de kap en de vervanging wel binnen de gewenste termijn te realiseren zijn.
Bij een gespreide kap over meerdere jaren moeten minimaal drie kapvergunningen aangevraagd worden in verschillende jaren, waartegen telkens weer bezwaar en beroep mogelijk is. Dat de meeste bomen weg moéten is inmiddels ook door een door de gemeente ingehuurde onafhankelijke expert bevestigd: 80 procent is in een slechte conditie met ernstige kroonvervorming en daarom een gevaar voor het wegverkeer.
Zaanstad heeft nog geen vergunning voor de kap verleend, omdat de aanvraag in eerste instantie onvolledig was en opnieuw worden gedaan. Er is sindsdien overleg geweest over de bomen men veel partijen, waaronder Groen Zaans en Kontakt Milieubeheer Zaanstreek.
Voorzichtig te werk gaan
Het verzoek om de kap over meerdere jaren te verspreiden is gedaan om dieren de gelegenheid te geven om te schuilen in het deel waar niet gewerkt wordt. Rijkswaterstaat wees er echter op dat wanneer ergens in de rij een enkele boom blijft staan, die gevaarlijk wordt omdat hij ineens meer wind gaat vangen.
De dienst heeft wel toegezegd de bomen niet op de onderbeplanting te laten vallen en voorzichtig te werk te gaan zodat de struiken zoveel mogelijk heel blijven. Ook staat Rijkswaterstaat er positief tegenover om een gedeelte van de herplant uit te voeren met de inheemse zwarte populier, zoals de natuurbeschermers graag willen.
