Mogelijke noodopvang bij Taets soberder dan regulier AZC

Het complex in Ter Apel.
Het complex in Ter Apel.
Foto: Google Street View

Het college verbindt een trits voorwaarden aan de eventuele noodopvang van rond 300 asielzoekers in één van de hallen van Taets op het Hembrugterrein, die maximaal een jaar mag duren. Het wordt in elk geval een tijdelijke en sobere opvang ‘met minder comfort en voorzieningen dan een regulier AZC’.

De fracties van D66, GroenLinks, de PvdD, SP, ChristenUnie, Rosa, het CDA en de PvdA riepen het college vorige maand op om de hulp van Zaanstad aan te bieden bij de opvang van vluchtelingen uit Afghanistan, maar het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers heeft een grotere doelgroep in gedachten. Het COA wil er doorstromers plaatsen die in Ter Apel zijn binnengekomen en die nog wachten op de start van hun procedure. Het gaat dus niet (alleen) om Afghaanse vluchtelingen.

Randvoorwaarden

Het college heeft nu een besluit genomen over de (rand)voorwaarden waaronder noodopvang bij Taets gerealiseerd kan worden en die de basis vormen voor de vervolggesprekken met het COA, Taets en Hembrug Zaandam BV, de eigenaar van her terrein en eventueel voor aanvullende gesprekken met het Rijk, de provincie en/of de regio. Op stel en sprong is opvang sowieso onmogelijk: eerst moeten de benodigde ruimtelijke procedures worden doorlopen en bovendien moet het voorbereidingsbesluit dat op het terrein ligt en dat nieuwe ontwikkelingen feitelijk onmogelijk maakt worden aangepast.

Niet zelf geld in steken

Belangrijk daarbij is dat er sprake is van de functie logies en niet van wonen, dat de geluidsbelasting in beeld is en dat de brandveiligheid wordt getoetst. Aan logies worden veel minder strenge eisen gesteld dan aan wonen, hoorde de POV al eerder op vragen over de plannen voor voor het Taets Art and Event Park. Verder wil de gemeente er zelf geen cent aan spenderen en moeten de rolverdeling en afspraken tussen het COA, de gemeente, Taets en Hembrug Zaandam BV aan de ene kant en maatschappelijke partners aan de andere expliciet worden vastgelegd.

Tegenstanders en helpende handen

‘Het COA draagt (financieel) zorg voor (de afstemming en coördinatie van) een passend activiteitenaanbod,’ aldus het college, maar de ervaring leert dat in deze gevallen  maatschappelijke initiatieven ontstaan om hulp en ondersteuning te bieden. ‘Een noodopvang in je leefomgeving is voor een deel van onze inwoners iets waar ze overlast van verwachten, en voor een deel van onze inwoners iets waar ze juist heel graag hun bijdrage aan willen leveren. Voor beide groepen inwoners moeten we oor en oog hebben.’

Overlast voorkomen

Om overlast te voorkomen moet er een plan zijn voor vervoer en de exploitatie daarvan en beheer en toezicht – ook ’s nachts – goed geregeld zijn. Het COA is primair verantwoordelijk voor de veiligheid op en rondom de opvanglocatie. ‘Overlast, onrust en veiligheid zijn belangrijke aandachtspunten bij de realisatie van een opvanglocatie. Te denken valt aan overlastvormen zoals verkeer (inclusief de aan- en afvoer van goederen), rommel, hinderlijk ophouden en hangen. Ook kan er sprake zijn van veiligheidsvraagstukken op individueel niveau bij vluchtelingen,’ schrijft het college in een brief aan de raad over de stand van zaken.

 

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen