De Tweede Kamer heeft tegen een motie gestemd om de hondenbelasting af te schaffen. Die gemeentelijke heffing staat in Zaanstad al jaren op de nominatie om te verdwijnen, maar duikt toch steeds weer op in de begroting. Dit jaar levert dat een post van 560.000 euro op aan de inkomstenkant.
Morgenavond gaat de term hondenbelasting waarschijnlijk ook weer vallen, als de raad de Voorjaarsnota en daarmee de begroting voor 2022 behandelt. Dan is in iedere geval duidelijk dat een Kamermeerderheid de motie van de Groep-Van Haga, de Partij voor de Dieren, de PVV en de SP om deze heffing uit de wet te halen verworpen heeft. Wel heeft de Kamer het kabinet gevraagd om met de gemeenten te onderzoeken wat de financiële gevolgen van afschaffing zouden zijn. Mogelijk kan deze belasting op het bezit van een hond na een overgangstermijn alsnog verdwijnen. Een VVD-motie van die strekking kreeg ruime steun.
Burgerinitiatief
Het debat over de hondenbelasting werd onlangs gehouden naar aanleiding van een burgerinitiatief, dat door 60.000 mensen werd ondertekend. De voorstanders van de afschaffing van de hondenbelasting wijzen erop dat veel gemeenten deze belasting al niet meer innen. De gemeenten die dat wel doen, voegen het geld – net als Zaanstad – vaak toe aan de algemene middelen. Dat is in hun ogen een oneigenlijk gebruik van deze belasting.
De #TweedeKamer debatteerde op 10 juni 2021 over het burgerinitiatief 'Stop de hondenbelasting' met demissionair minister @KajsaOllongren (Binnenlandse Zaken). Lees het #debatinhetkort: https://t.co/9Y1rJqfN8e
— Tweede Kamer (@2eKamertweets) June 11, 2021
