Dierenzorg krijgt het met de huidige inkomsten niet meer rondgebreid

De Zaanse Stichting Dierenzorg krijgt het steeds lastiger om de organisatie aan te sturen met een minimum aan betaalde krachten en om het werk financieel rond te breien. Dat staat in brief aan de raad, waarin een zorgelijke toekomst uiteen wordt gezet.

Bij Dierenzorg werken vooral vrijwilligers (gemiddeld 120) en vijf betaalde medewerkers (samen 3,65 fte). De vrijwilligers werken in drie ploegen, kunnen onmogelijk ook door een goedwillende amateur worden aangestuurd. Bij de meldkamer en de dierenambulance worden zo’n 55 vrijwilligers ingezet die ‘moeten worden ingeroosterd, vragen hebben, aandacht nodig hebben en ondersteund moeten worden’ bij de uitvoering van hun taken. Daarvoor is volgens de organisatie een parttime medewerker (60 procent) onontbeerlijk.

Daarnaast is er een betaalde voltijds algemeen manager nodig en nu al wordt een boekhouder ingehuurd voor twee dagen per week. ‘Als we dit allemaal willen verwezenlijken, dan zullen de extra kosten per jaar op zo’n 80.000 euro uitkomen,’ zo is becijferd.

Wettelijke verplichtingen

Daarnaast is Dierenzorg wettelijk verplicht bepaalde afmetingen en materialen aan te houden en te gebruiken voor de behuizing van de dieren en die dagelijks geheel uit te ruimen en schoon te maken. ‘Het apart houden van zieke dieren en dieren die in quarantaine moeten verblijven, vraagt kennis en kunde. Zo eist Rijkswaterstaat bijvoorbeeld een opleiding van alle ambulancechauffeurs als zij op de snelweg werken. Daar hoort dan ook weer speciale kleding bij en dit is landelijke wetgeving.’ Kortom: wel wat meer dan het aloude ‘liefdewerk oud papier’.

Dierenzorg is 24 uur per dag, zeven dagen per week actief. Dat vraagt veel van de vrijwilligers van de dierenambulance en gemerkt wordt dat het vinden van mensen die ’s nachts en in het weekend willen werken steeds lastiger wordt. ‘Als dit niet meer op te lossen is zijn er twee keuzes: óf we passen onze werktijden aan en dat is niet in het belang van de dieren, óf we geven deze vrijwilligers een kleine vergoeding voor deze diensten, zodat we de dienstverlening borgen voor de toekomst,’ staat in de brief.

[embed][/embed]

Filmpje gemaakt door RTV Zaanstreek

De vergoeding die de gemeente Dierenzorg nu verstrekt is gebaseerd op het van de straat halen van dode honden en katten en voor een veertiendaagse opvang en verzorging van zwerfdieren. De ambulance rukt echter steeds vaker uit voor vogels, konijnen, schildpadden, vleermuizen en andere dieren. ‘Het is onmogelijk om van de 5000 euro die wij jaarlijks als vergoeding van de gemeente ontvangen voor de ambulance zelfs maar de benzine te betalen. Als dieren enige tijd gezworven hebben kunt u zich voorstellen dat ze lichamelijk niet in goede conditie zijn. Als de gemeente na veertien dagen ophoudt met de vergoeding voor de verzorging moet Dierenzorg zeer regelmatig nog lang doorgaan met het betalen van de behandeling en de verzorging,’ zo is de praktijk.

Afstandsdieren

Een andere kostenpost zijn afstandsdieren. ‘Mensen die om diverse redenen hun huisdier niet kunnen houden kunnen afstand doen. Dat gaat tegen een kleine betaling, maar die weegt meestal niet op tegen de kosten. Het heeft geen zin om deze dieren te weigeren of om meer geld te vragen, want dan krijgen we ze niet meer aangeboden maar moeten we ze later als zwerfdier van de straat halen. De kosten die afstandsdieren met zich meebrengen zijn ook niet opgenomen in de vergoeding van de gemeente.’

Dierenzorg roept de raadsleden van Zaanstad op er eens bijstil te staan dat de gemeentelijke subsidie ‘zeker vanaf 2009, maar eigenlijk al jaren daarvoor’ nooit is geïndexeerd en/of aan de inflatie is aangepast. Die bedraagt al die tijd al 50.000 euro per jaar. ‘We willen professionaliseren en zeker zelf meer inkomsten genereren, maar het is noodzakelijk om dan ook goede financiële afspraken te maken met de gemeente,’ zo besluit voorzitter Louise Verra van Dierenzorg haar noodkreet. Ze wil er begin volgend jaar graag over in gesprek.