Het Rijk heeft sinds 2009 zo’n 580 miljoen euro besteed aan emissiereducerende technieken in de veehouderij en de provincies legden daar nog eens minstens 180 miljoen euro bij, maar het heeft de uitstoot van stikstof niet terruggedrongen. SP-Statenlid Eric Smaling wil weten hoe de situatie in Noord-Holland eruit ziet.
Het journalistieke platform Investico deed onderzoek naar de uitstoot van stikstof door de landbouw van 2010 tot en met 2018 en ontdekte dat die ondanks alle innovaties stabiel bleef. Metingen in de lucht duiden zelfs op méér stikstof afkomstig uit de landbouw. In 2018, het meest recente jaar waarvoor het RIVM cijfers publiceerde, was de stikstofneerslag uit ammoniak bijna een kwart hoger dan in 2010. De veehouderij is veruit de belangrijkste bron van ammoniak, aldus Smaling in schriftelijke Statenvragen. Noord-Holland werd door Investico niet meegenomen in het onderzoek, en dus vraagt hij hoe het hier zit met de (ammoniak)uitstoot door de landbouw sinds 2010.
Zijn in Noord-Holland metingen gedaan waaruit blijkt dat er sinds 2010 meer stikstof/ammoniak werd uitgestoten dan berekend en over welk percentage hebben we het dan? Hij hoort ook graag hoeveel geld de provincie de in die jaren heeft uitgegeven aan subsidies voor emissiereducerende technieken voor de veehouderij. De SP meent dat alleen ‘een substantiële verkleining’ van de Noord-Hollandse veestapel zal leiden tot een stikstofreductie die de natuur en biodiversiteit niet nog meer belast en dat de dure ontwikkeling van nieuwe technieken niet het antwoord is.
De partij heeft bovendien begrepen dat er op 18 maart een lijst bekendgemaakt is met de agrarische bedrijven zonder natuurvergunning. Smaling vraagt of die lijst naar Provinciale Staten kan worden gestuurd, zodat de Statenleden kunnen meebeslissen over de stikstofreductie in de landbouw.
