Een raadsmeerderheid heeft besloten om morgenavond digitaal te vergaderen, maar de POV doet er niet aan mee. ‘Voor donderdag 25 maart hebben we zeven minuten spreektijd in een vergadering van vier uur. Dat maakt het uitvoeren van onze democratische taak zo goed als onmogelijk.’
Niet alleen maakt een digitale raadsvergadering het lastig om standpunten over het voetlicht te brengen en uit te leggen waarom ergens voor of tegen wordt gestemd, ook de techniek laat het met enige regelmaat afweten. Dan valt het beeld of het geluid weg en in het slechtste geval beide. Digitale bijeenkomen van gemeenteraden, Provinciale Staten en algemeen besturen van waterschappen zijn sinds april vorig jaar toegestaan middels een tijdelijke noodwet, maar alleen als fysiek vergaderen niet mogelijk is binnen de richtlijnen van het RIVM. En daar is volgens de POV in Zaanstad nu geen sprake van.
Veilig fysiek vergaderen
De raadszaal is inmiddels aangepast zodat er met 39 gemeenteraadsleden op een veilige manier vergaderd kan worden. De zaal is ingericht op de anderhalvemeterregel en de raadsleden kunnen er coronaproof fysiek vergaderen. ‘De Partij voor Ouderen en Veiligheid is in het geheel tegen digitaal vergaderen maar heeft de concessie gedaan om met het Zaanstad Beraad (de commissievergaderingen) wel digitaal mee te doen. Onze duidelijke voorwaarde was dat de gemeenteraadsvergadering fysiek zou blijven plaatsvinden,’ schrijft fractievoorzitter Harrie van der Laan in een verklaring voor de afwezigheid van zijn fractie. De openbare fysieke vergadering van de volksvertegenwoordiging ‘is en blijft het uitgangspunt,’ was ook de intentie van de noodwet.
Bijna niet te volgen
Naast de al genoemde nadelen maakt digitaal vergaderen het lastig om als fractie snel onderling overleg te hebben en maakt het het schorsen van een vergadering hiervoor zo goed als onmogelijk, schrijft Van der Laan. Ook debatteren is haast niet meer te doen. Het volgen van de vergadering is voor geïnteresseerden niet aantrekkelijk en dit gebeurt dan ook bijna niet.
Zijn partij hecht er echter erg veel waarde aan ‘dat de burgers / onze kiezers weten waarom wij voor of tegen raadsvoorstellen stemmen’. ‘Wij willen kunnen spreken over onderwerpen die op de agenda staan, wij willen dat duidelijk is waarom we voor of tegen een voorstel stemmen. Wij willen verantwoording af kunnen leggen aan onze kiezers. Door digitaal vergaderen wordt dit praktisch onmogelijk gemaakt.’
