Wethouder Natasja Groothuismink is tevreden met het feit dan 80 procent de cliënten van de Sociale Wijkteams aangeeft daar goed geholpen te worden, maar raadslid Jaap Keijser van de Partij voor Ouderen en Veiligheid denkt er anders over. Hij maakt zich zorgen over de 20 procent die zich in de steek gelaten voelt.
Onderzoek naar het functioneren van de teams in de afgelopen twee jaar toonde aan dat één op de vijf mensen die er aanklopten zich daar bij toekomstige problemen niet opnieuw zullen melden. ‘Dit betekent dat voor een grote groep mensen met problemen het Sociaal Wijkteam geen plek is waar ze zich gehoord voelen of geholpen zullen worden,’ schrijft Keijser in technische vragen aan het college. Hij wil weten welke teams slecht scoren en wat eraan gedaan wordt om de werkwijze daar te verbeteren. Dat drie van de tien bevraagde cliënten klaagde over een slechte bereikbaarheid van het wijkteam stoort de partij: ‘Hoe komt het dat deze klacht al vanaf 2019 de ronde doet en nu nog steeds een probleem lijkt te vormen?’
Deskundigheid
Een groot aantal klachten gaat over een gebrek aan deskundigheid, constateert Keijser en bij ondeskundig handelen door een Sociaal Wijkteam kunnen problemen worden vergroot in plaats van opgelost. Ook daarvan wil hij weten wat er gebeurt om de tekortkomingen te verhelpen. ‘In het verleden zijn er afspraken met de raad gemaakt over de kwaliteit en het kennisniveau van de verschillende Sociale Wijkteams. Dit niveau zou bij elk Sociaal Wijkteam gelijk zijn. Toch lezen wij dat verschillende hoofdaannemers verschillende expertises hebben en dat de wijkteams onderling van elkaar leren,’ aldus Keijser. Is dat kennisniveau daardoor inmiddels in de breedte op hetzelfde niveau gekomen?
Dan rest nog een praktische vraag die vooral teleurgestelde inwoners zichzelf ook zullen stellen: is het mogelijk om ‘over te stappen’ naar een ander Sociaal Wijkteam als het om wat voor reden dan ook niet lukt met het ‘eigen’ team? En zo nee, waarom dan niet?
