Democratisch Zaanstad zou graag zien dat de gemeenteraad juridische ondersteuning krijgt, ‘net zoals het college kan beschikken over haar eigen juridisch adviseurs en stadsadvocaat,’ om zo het dualisme beter te laten functioneren. Die wens is ingegeven door her recente gesteggel rond de geheimhouding van alle informatie over de plannen van Zaanstad met betrekking tot de eventuele komst van de Europese School.
Waar concurrent Alkmaar – Castricum is al op eigen initiatief afgevallen – de beoogde locatie en impressies van het gebouw al heeft gedeeld met de wereld, daar wordt in Zaanstad krampachtig vastgehouden aan geheimhouding. Raadslid Hein Heijnen vraagt het college nu om nog eens duidelijk uit te leggen waarom dat is en waarom dat een juiste gang van zaken was ondanks het uitgangspunt van de Wet openbaarheid van bestuur dat alles openbaar is, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om geen openheid te betrachten. Dat laatste is bijvoorbeeld het geval wanneer de gemeente zich door openbaarmaking financieel in de vingers zou snijden of wanneer documenten aan de strafrechter zijn voorgelegd.
Is er twijfel gerezen?
Via schriftelijke vragen wil DZ nu aan de weet komen of en hoe het college heeft laten toetsen of de gevolgde procedure voldeed aan de spelregels in de WOB. Een andere vraag is of het college in de aanloop naar 10 november – toen de raad de voorgestelde geheomhouding moest bekrachtigen – of daarna benaderd of aangesproken is door de ambtelijke dienst, de raadsgriffie, een raadsfractie of een individueel raadslid over het proces richting de bekrachtiging van de geheimhouding in relatie tot de WOB. Ofwel: leefden daar vragen over? En niet onbelangrijk: hoe gaat het college lering trekken uit het door de hele raad als niet voor herhaling vatbaar beschouwde proces rond de Europese School en hoe wordt een herhaling daarvan in de toekomst voorkomen?
