Brandweerlieden in onze regio zijn minder te spreken over de organisatie dan collega’s elders in het land.
Zo vindt een ruime meerderheid (57 procent) ze dat er steeds minder aandacht is voor het eigenlijke bluswerk (landelijk 47 procent) en meent slechts 29 procent dat het met de brandweer Zaanstreek-Waterland de goede kant opgaat, tegenover een gemiddelde positiviteit over het eigen korps bij 51 procent van de ondervraagde medewerkers door het hele land.
Lage rapportcijfers
De helft van de Zaanse en Waterlandse brandweerlieden die vragen beantwoordden in een nationaal belevingsonderzoek gaf aan zich onzeker te voelen over hun toekomst (landelijk gezien nog geen derde: 31 procent) en het rapportcijfer dat zij de organisatie gaven is een 5,4 (tegenover een landelijk gemiddelde van 6,2). Het cijfer in onze regio was ook meteen het laagste van allemaal.
Toch is bijna iedereen (93 procent er trots op bij de brandweer te werken (over heel Nederland 92 procent) en gaat 81 procent met plezier naar het werk (landelijk 88 procent). Op een schaal van 1 tot 5 beoordeelden de respondenten de aantrekkelijkheid van het korps voor vrijwilligers met een 2,9 (landelijk 3,1), maar zei slechts 22 procent dat er voldoende aandacht wordt besteed aan het werven van nieuwe vrijwillige collega’s (landelijk 38 procent).
De direct leidinggevende blijkt intussen beter te scoren op te tevredenheidsladder van 1 tot 5 dan het hogere echelon: de eersten kregen hier een 3,4 (landelijk 3,6) en de laatsten een 2,1 (landelijk 2,5).
Twijfels bij aandacht voor veiligheid
Zorgwekkend is dat minder dan de helft (49 procent) van de regionale blussers bevestigend antwoordde op de stelling ‘Ik vind dat de brandweer er alles aan doet om mij veilig mijn werk te laten doen’. Het landelijke percentage was 70.
