Scholen hebben vrijheid om noodopvang te beperken

Foto: Libreshot / CC0

Scholen die problemen ervaren met de noodopvang van kinderen mogen zelf grenzen stellen en keuzes maken om de situatie toch werkbaar te houden, zei minister Arie Slob vandaag naar aanleiding van berichten dat de scholen de toestroom soms niet aankunnen. In Zaanstad is dat althans in Poelenburg geen probleem: daar gaan alle achtste groepers gedeeltelijk naar school om hen voor te bereiden op de Cito-toets en de middelbare school.

Het laatste bleek gisteren na opmerkingen van de PVV, toen de fracties door de burgemeester werden bijgepraat over het huidige coronabeeld. De scholenkoepels Agora en Zaan Primair hebben volgens Jan Hamming zelfstandig besloten om de scholen voor de meest kwetsbare kinderen open te houden in Poelenburg. Tijdens de algemene sluiting van de scholen is er weer opvang mogelijk voor kinderen van ouders met een cruciaal beroep en voor kwetsbare kinderen die niet lang in de thuissituatie kunnen blijven. Scholen melden dat er nu meer kinderen naar deze opvang komen dan tijdens de vorige schoolsluiting aan het begin van de crisis.

Tekort aan personeel

Slob erkende vandaag dat er een aantal knelpunten zijn, maar zei ook dat scholen ‘nooit aan het onmogelijke worden gehouden’: ‘Ze mogen nee zeggen en grenzen stellen, in samenspraak met de ouders.’ De problemen ontstaan volgens de minister onder meer omdat medewerkers uitvallen omdat ze corona hebben opgelopen of omdat ze in thuisquarantaine moeten. Een generieke maatregel om bijvoorbeeld het aantal kinderen te beperken dat in aanmerking komt voor noodopvang is volgens Slob niet aan de orde. Hij wijst erop dat er ruim 8000 scholen zijn. Op slechts een aantal daarvan worden knelpunten ervaren. De scholen blijven in elk geval nog tot en met 19 januari gesloten.

 

 

 

 

 

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen