Het Museum Zaanse Tijd aan de Kalverringdijk op de Zaanse Schans en Het Tijdmuseum in Den Haag krijgen per 1 januari 2021 een nieuwe directeur in de persoon van Hans van den Ende. Hij is al sinds 2016 bestuurslid van de Stichting Tijdmeetkundige Collectie Nederland, die bestuurder is van zowel het Zaanse als het Haagse museum.
Sinds mei dit jaar is Van den Ende actief in Zaandam, eerst op vrijwillige basis maar sinds 1 september ook in dienst als adviseur. ‘Het Museum Zaanse Tijd heeft zich de afgelopen jaren onder leiding van Carel Hofland ontwikkeld tot een museum dat de toekomst aankan,’ schrijft het in de aankondiging van het aantreden van een nieuwe baas. ‘Het is nu een prachtige uitdaging om het succes van Museum Zaanse Tijd verder te mogen uitbouwen. Ik kijk er naar uit om met veel energie en een frisse blik een nieuw hoofdstuk aan dit bijzondere museum te mogen toevoegen. Ook het leiden van het project Het Tijdmuseum sluit daarbij goed aan,’ zegt Van den Enden daar zelf van.
Van vader op zoon
Hij was jarenlang actief in het bedrijfsleven, maar heeft er nu voor gekozen ‘om van zijn passie voor de tijd, tijdmeters en de historische ontwikkeling van een fascinerende combinatie van techniek en kunst’ ook zijn werk te maken. Hij is al ruim 20 jaar geen onbekende binnen de klokken- en horlogewereld als verzamelaar, bestuurder, vrijwilliger, onderzoeker en schrijver. Hij erfde die passie van zijn vader. Wijlen Hans van den Ende senior verzamelde een fraaie collectie uurwerken, die hij onderbracht in de Stichting De Oude Tijdwijzer. De klokken bevinden zich in Edam.
Moeilijke tijden
Het is het jaar van de nieuwe gezichten bij de musea op de Schans. Bij het Zaans Museum neemt per 18 januari Nikola Eltink net stokje over van algemeen directeur Jan Hovers. Dat gebeurt niet alleen in een tijd van grote financiële zorgen vanwege de effecten van de coronamaatregelen, maar ook in een onzekere periode omdat nog steeds geen besluit is gevallen over de wijze waarop de partijen op de Zaanse Schans die profiteren van het toerisme de gemeente gaan compenseren voor alle extra kosten die gemaakt moeten worden om bezoekers te faciliteren. De gewraakte vermakelijkhedenretributie is nog niet van tafel wanneer de erfgoedpartijen en de ondernemers niet tot een vergelijk komen over de wijze waarop de gemeente die uitgaven vergoed krijgt.
