Met drukdrains en moerasgewassen de bodemdaling te lijf in polder Zuiderveen

Een van de mogelijke alternatieve teelten in de Zaanse polders: lisdodde.
Een van de mogelijke alternatieve teelten in de Zaanse polders: lisdodde.
Foto: Pixabay

De bodem in veengebieden daalt al 1000 jaar. Toch is het om meerdere redenen juist nu een dringend om daar snel iets aan te doen. Veehouder Elmer Kramer uit Assendelft doet mee aan het Innovatieprogramma Veen.

‘Heel Holland zakt’. Het is de titel van een nationaal congres over veenbodemdaling dat in 2016 voor het eerst werd gehouden en op 9 november een vervolg krijgt. De bodemdaling heeft tal van negatieve effecten, zoals zoute kwel in landbouwgebieden, funderingsproblemen bij bebouwing en archeologische schade. Hij gaat gepaard met een CO2-uitstoot van 30 ton per hectare per jaar: samen stoten de veengebieden evenveel uit als twee miljoen auto’s.

Drukdrains

Op het land van boer Kramer zijn zogenoemde drukdrains aangelegd, waarmee hij zelf de waterstand kan bepalen los van de waterstand in de sloten. Direct ernaast ligt een vergelijkbaar perceel dat wordt onderhouden zoals dat altijd gangbaar is geweest. De resultaten van de innovatieve werkwijze van Kramer zouden duidelijk zichtbaar moeten zijn binnen de vier jaar die voor de proef is uitgetrokken.

De agrarier is actief in de polder Zuiderveen, aan de rand van Nauerna. Middenin Zuiderveen ligt natuurgebied De Braak. Ten westen daarvan zijn twaalf hectare aan teeltvlakken ingedeeld voor nieuwe, natte gewassen als azola, veenmos en lisdodde. Die gedijen goed zonder de verlaging van de grondwaterspiegel die het veen steeds verder doet inklinken en de komende jaren moet blijken in hoeverre de teelt van deze moerasgewassen economisch haalbaar is. Het weiland van acht hectare ten oosten van De Braak krijgt de drukdrains.

Bebouwing helpt niet

De bodem daalt niet alleen door oxidatie – het in aanraking komen met zuurstof – maar ook doordat er steeds meer en steeds zwaarder wordt gebouwd. De klimaatverandering verergert het probleem op twee manieren: veenoxidatie draagt bij aan CO2-uitstoot en dus aan opwarming, en door de opwarming stijgt de bodemtemperatuur (nu 15 graden) waardoor het oxidatieproces verder wordt versneld.

Bodemdaling en zeespiegelstijging leiden samen tot verzilting, ofwel zouter grondwater. De waterhuishouding in aangrenzende zandgebieden kan verstoord raken, bijvoorbeeld in de drinkwaterwinningsgebieden in de duinen. Kwetsbare en fijnmazige bodemsystemen lijden schade. De gebieden die de komende decennia nog verder gaan dalen, zijn dezelfde die dat de afgelopen tien eeuwen ook al deden.

Denken vanuit het peil of vanuit de functie?

‘Volgt de functie het peil, of volgt het peil de functie?’ Dat is al heel lang de centrale vraag in het landelijk gebied, aldus Hans van der Vlist van het Veenweideinformatiecentrum (VIC). In de loop van de 20e eeuw is deze vraag verzeild geraakt in een links-rechts schema: rechts steunde de boeren die een lager peil wilden, links de natuurbeschermers die het peil hoger wensten. ‘En doordat rechts altijd een meerderheid heeft, werd het peil aangepast aan de agrarische functie.’

Nu is de vraag of deze tegenstelling kan worden overstegen: als het peil leidend wordt, en de landbouw moet volgen, is er dan een nieuwe toekomst voor de landbouw mogelijk? Het is een complexe afweging, want terwijl de boer behalve peilverlaging ook schaalvergroting wil, is het huidige landschap economisch juist interessant voor recreatie en toerisme. Met de kanttekening dat de kleinschalige structuur duur is om te onderhouden.

Natte teelten

De agrarische toekomst ligt mogelijk in de overstap naar ‘natte’ teelten, zoals lisdodde, cranberry’s en algen, oppert Van der Vlist. Of in de introductie van andere soorten koeien die minder last hebben van een drassige ondergrond en die een andere soort kaas zullen leveren.

Voor Laag-Holland, het gebied ten noorden van Amsterdam waar ook de het grootste deel van de Zaanstreek onder valt, zocht landschapsarchitect Pieter Veen naar mogelijke agrarische transities, waarbij hij aansloot op de landschappelijke kenmerken die onder meer samenhangen met de dikte van de veenlaag.

Hij onderscheidde vier scenario’s, waarvan twee goede perspectieven bieden voor het combineren van economie en landschap. Het scenario ‘nieuwe teelten’ dat wordt uitgeprobeerd in Assendelft is ook interessant in het licht van de ‘eiwittransitie’: de productie van minstens 50 procent plantaardige eiwitten in plaats van, zoals nu, 90 procent dierlijke eiwitten. Het tweede scenario, ‘korte ketens’, wil een sterkere band smeden tussen de landbouw en de stad, niet alleen door de voedselproductie maar ook door verbindende fietsroutes en een voedselbos.

Bodemstijging

Een radicaal plan is van Tim Kort, die ermee afstudeert aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Hij stelt om de Ronde Hoep, een open veenweidepolder in Ouderkerk aan de Amstel, om te vormen tot Klimaatschap Amstelland. De polder is nu in gebruik bij boeren en afgesloten voor burgers en de bodem zal tot 2100 met nog eens 60 centimeter dalen. Kort wil binnen twintig jaar bodemstijging bereiken. Ook moet het gebied tegen die tijd CO2 opnemen in plaats van uitstoten.

Om dit te bereiken haalt hij zijn inspiratie uit de natuurhistorie. Ooit, voordat de mens het gebied ontgon, groeiden hier bos-, riet- en kleiveen. Het zit nog in de onderlaag, en Kort wil het weer naar boven halen zodat de polder de omgekeerde weg gaat en opnieuw riet-, voedsel- en bosmilieus gaat herbergen. Dat wil hij bereiken door stedelingen de gelegenheid te geven om tegen de landbouwprijs een deel van het gebied te kopen, op voorwaarde dat het zodanig gebruikt wordt dat het CO2 opneemt in plaats van uitstoot en dat de bodem stijgt in plaats van daalt.

‘Chaos’

Paul Roncken, landschapsarchitect en provinciaal adviseur in Utrecht, ziet de huidige situatie zo: ‘Niemand heeft voldoende informatie, waardoor te vaak beslissingen worden genomen op emotionele gronden. Er zijn in de afgelopen vijftien jaar allerlei studies en projecten geweest, maar niemand heeft de uitkomst daarvan bijgehouden. Intussen zijn er andere krachten in het landschap aan het werk: terwijl wij het over het karakteristieke landschap en bodemdaling hebben, biedt een slimme ondernemer 3000 euro per hectare landbouwgrond om er een zonneweide van te maken. In die chaos leven we nu.’

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen