Steeds meer mensen bij GGD en tóch geen zicht op bron besmettingen

Foto: Pixabay / iXimus

De GGD Zaanstreek – Waterland krijgt dagelijks 115 uur landelijke ondersteuning voor bron- en contactonderzoek en het eigen zogenoemde BCO-team bestaat nu uit 50 fulltime medewerkers. Daar komen nog steeds vier nieuwe mensen per week bij, maar desondanks kan de bezetting het aantal besmettingen niet bijhouden.

Dat staat in het laatste bestuurlijke bericht van de GGD en de Veiligheidsregio over de coronatoestand. De GGD voert net als collega’s elders nog steeds noodgedwongen ‘risicogestuurd bron- en contactonderzoek uit in minimale vorm’. Alle mensen worden nog gebeld wanneer zij besmet zijn met corona, maar in plaats van het nabellen van contacten geeft de GGD advies over hoe zelf te handelen en hoe de eigen contacten te informeren. Ook wordt aangeraden de eigen huisarts te informeren over de besmetting. Doordat de GGD de onderzoeke slechts minimaal kan uitvoeren, is de consequentie dat er minder nauwkeurig zicht is op de settings waarin besmettingen plaatsvinden en bijvoorbeeld ook op het aantal en de aard van clusters. Ook heeft de organisatie geen zicht op de ontwikkelingen in commerciële teststraten.

Infectieradar

De komende tijd wordt wel weer de Infectieradar stapsgewijs opgestart. De Infectieradar is één van de manieren waarmee het RIVM de verspreiding van het coronavirus in de gaten houdt. Deelnemers kunnen wekelijks doorgeven of zij klachten hebben die passen bij een besmetting met het virus. Zo worden signalen van veranderingen in verspreiding snel opgepikt. Infectieradar gaat na een gedwongen pauze wegens een gevonden datalek van start met een nieuwe website. Het RIVM nodigt eerst de ruim 40.000 eerdere deelnemers uit om weer mee te doen. Binnen een paar weken kunnen daarna ook nieuwe deelnemers zich aanmelden. De informatie die dat oplevert is een aanvulling op de andere gegevens en onderzoeken van het RIVM over het coronavirus.

Bron: GGD en Veiligheidsregio Zaanstreek – Waterland

 

 

 

Tussen 21 september en 21 oktober gaf het aantal besmettingen verdeeld over Zaanstad geen eendyudig beeld. De hoogste percentages positief geteste personen ten opzichte van het aantal inwoners waren terug te vinden in Poelenburg, Kogerveld en Peldersveld/Hoornseveld. In deze aandachtswijken spelen sociaal-economische en culturele factoren mogelijk een rol bij de kans om besmet te raken. Huisvesting is hier één aspect van: er is vaker sprake van kleine behuizing, ongezondere woningen en hechte samenlevingsverbanden. Ook hebben mensen in aandachtswijken vaker dan gemiddeld praktisch werk dat niet vanuit huis te doen is.

Geen verschil in testbereidheid

Een gebrek aan financiële middelen maakt dat inwoners minder vaak een beroep kunnen doen op aanvullende voorzieningen. Ook kan er sprake zijn van een minder goede toegang tot informatie en minder goede gezondheidsvaardigheden. Echter, er zijn ook andere wijken binnen Zaanstad met sociaal-economische problematiek, waar de besmettingscijfers niet hoger zijn dan gemiddeld, zoals Zaandam Zuid. Het is niet duidelijk wat de achtergrond is van deze verschillen in besmettingsaantallen tussen de wijken. Het percentage afgenomen tests per wijk laat zien dat er tussen de wijken weinig verschil is wat betreft het aantal mensen dat zich laat testen.

Bron: GGD Zaanstreek – Waterland

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen