Het verbranden van biomassa voor warmtenetten en stroom moet worden afgebouwd. Dat schrijft de Sociaal-Economische Raad in
een advies aan de regering. In de Zaandamse Pascalstraat is zo'n centrale voor het Zaanse warmtenet
nog aan het proefdraaien .
stelt de SER dat duurzame biogrondstoffen een noodzakelijke en waardevolle bron vormen voor een CO2-neutrale en circulaire economie en nodig zijn om de klimaatdoelen te halen. Daarvoor moeten de beschikbare grondstoffen echter zo hoogwaardig mogelijk worden ingezet en voldoen aan heldere duurzaamheidseisen. Laagwaardig gebruik zoals de verbranding in biomassacentrales moet juist worden afgebouwd. Investeringszekerheid voor de lange termijn is daarbij van groot belang, aldus de kern van het SER-advies.
Hoogwaardige inzet
Vandaag overhandigden SER-voorzitter Mariëtte Hamer en de opstellers van het advies, de Kroonleden Ed Nijpels en professor Katrien Termeer het advies aan staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat. De kernwoorden daarin zijn opbouw, ombouw en afbouw. De toekomst ligt bij meer hoogwaardige inzet van biogrondstoffen als grondstof voor de chemie en voor materialen. Die kan komen uit gewassen, algen, bomen en planten en dierlijke producten. In de chemie kunnen ze deels olie en gas als grondstof vervangen. Daarmee kunnen bijvoorbeeld bioplastics of biobeton gemaakt worden.
[embed][/embed]
Langdurige vastlegging van CO2 in materialen helpt het klimaat en past bij een circulaire economie en kringlooplandbouw. Zo ontstaat een circulair, biobased
bedrijfsleven met goede economische kansen. De technieken hiervoor staan nog in de kinderschoenen. 'Opbouw vraagt daarom om een helder, langjarig en consistent overheidsbeleid waar bedrijfsleven, arbeidsmarkt en onderzoekers op kunnen inspelen,' oordeelt de SER. Voor een aantal energetische toepassingen is nog geen duurzaam alternatief beschikbaar. Daar zijn biogrondstoffen een overbruggingsoplossing, maar dit vraagt om een zorgvuldige én snelle ombouw.
Andere technieken
De SER benadrukt dat het tempo van zowel de opbouw als de ombouw omhoog kan met inachtneming van duurzaamheid en investeringszekerheid. De inzet van biogrondstoffen voor elektriciteit en warmte voor gebouwen moet worden afgebouwd. Bij inzet voor warmte is het cruciaal dat het kabinet initiatieven neemt om duurzame alternatieven zoals geothermie, aquathermie en warmtepompen zo snel mogelijk beschikbaar te maken. Anders komen de klimaatdoelen in de knel. De raad adviseert om duidelijke en steeds verder verfijnde eisen te formuleren voor duurzame productie. Daarvoor biedt de Europese richtlijn voor hernieuwbare energie een basis.
Kabinet aan zet
Het gaat ook over sociaal-economische criteria, waaronder werkgelegenheid, het beperken van ecologische risico’s en eisen voor een schone en gezonde leefomgeving zoals bijvoorbeeld de uitstoot bij het gebruik van biogrondstoffen. Een belangrijke randvoorwaarde is de beschikbaarheid. De wereldwijde beschikbaarheid van duurzame biogrondstoffen is beperkt en Nederland mag daar geen onevenredig groot beslag op leggen. Het is nu aan het kabinet om de strategie te bepalen, de kaders vast te leggen en de regie te nemen.