De rechtbank in Alkmaar heeft een nu zestienjarige Zaankanter veroordeeld tot 180 dagen jeugddetentie, waarvan 152 dagen voorwaardelijk voor een poging tot doodslag op een leeftijdgenoot. Ook legde de rechtbank hem een werkstraf van 160 uur op. Er was tien maanden jeugddetentie geëist, waarvan de helft voorwaardelijk.
Het incident had plaats op 30 januari bij de DekaMarkt in Het Kalf in Zaandam. De rechtbank acht bewezen dat de jongen tijdens een worsteling met het slachtoffer een stekende beweging maakte met een mes en het slachtoffer daarbij in het hart raakte. Het veertienjarige slachtoffer uit Assendelft raakte levensgevaarlijk gewond en overleefde de steekpartij ternauwernood. De messteker deed een beroep op noodweer omdat hij werd aangevallen door het slachtoffer en nog een derde jongen. De rechtbank verwierp dat beroep omdat de manier waarop hij zichzelf meende te moeten verdedigen – het steken met een mes – niet in verhouding stond tot de manier waarop hij werd aangevallen. Die aanvallers waren ongewapend.
Verminderd toerekeningsvatbaar
Ook het beroep op noodweerexces werd door de rechtbank verworpen, omdat niet is gebleken dat de tiener zodanig in paniek verkeerde of angstig was dat hem het steken niet kwalijk genomen kan worden. Bij de strafoplegging keek de rechtbank aan de ene kant naar de ernst van het feit en de gevolgen voor het slachtoffer en aan de andere kant naar de omstandigheden van de verdachte. Daarbij speelt diens jonge leeftijd mee en zijn verminderde toerekeningsvatbaarheid, het feit dat hij geen strafblad heeft en de omstandigheid dat hij zich sinds zijn vrijlating aan strenge voorwaarden heeft gehouden, waaronder een verblijf van enkele maanden in een ‘safe house’ en een avondklok, gecontroleerd door een enkelband.
Behandelingen
Ook de komende tijd blijven nog strenge voorwaarden gelden en wordt hij begeleid door de jeugdreclassering. Verder moet hij de nodige behandelingen ondergaan om herhaling te voorkomen. Tot slot bepaalde de rechtbank het slachtoffer een schadevergoeding moet krijgen en dat ook de door diens ouders gemaakte kosten moeten worden vergoed. Het Openbaar Ministerie heeft laten weten de uitspraak te gaan bestuderen en zich te beraden op een eventueel hoger beroep.
