De Belangengroep Nauerna gaat bij de Raad van State bezwaar aantekenen tegen het voorgestelde bestemmingsplan Omgeving Nauerna, wanneer de gemeente niet aan haar bezwaren tegemoet komt. Er is al een concept van het bezwaar naar het gemeentehuis gegaan.
Het bestemmingsplan Nauernasche Polder 1995 voorzag in een laatste uitbreiding van de stortplaats van Afvalzorg en van de herinrichting van die stortplaats als natuur- en recreatiegebied na de sluiting in 2005. Vervolgens werd besloten de sluiting uit te stellen en de stortcapaciteit uit te breiden, tot consternatie van de belangenvereniging. Uiteindelijk werd het besluit tot die voorgenomen uitbreiding vernietigd en volgde een mediationtraject met de gemeente Zaanstad, het Havenbedrijf Amsterdam, de provincie Noord-Holland en Afvalzorg, wat leidde tot overeenstemming over toekomstige ontwikkelingen.
Overeenkomst geschonden
In de Overeenkomst Nauerna zijn de plannen voor de inrichting van de parken, de loswal en het bedrijfsterrein in detail uitgewerkt en de gemeente heeft zich verplicht om de afspraken uit de overeenkomst ‘deugdelijk planologisch-ruimtelijk te verankeren in een nieuw bestemmingsplan’. En de gemeenteraad heeft zich achter geschaard. Maar nu vindt de Belangengroep Nauerna (BGN) dat de gemeente zich niet aan de afspraken houdt.
Door intensieve samenwerking is er veel goed gegaan maar, zo schrijft de vertegenwoordiger van de bewoners in het concept aan de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State : ‘Helaas blijven enkele kwesties over, die aan BGN door toezending van het conceptbestemmingsplan pas vlak vooraf aan de raadsbehandeling duidelijk konden worden. Te laat om daarover nog beraad te kunnen voeren en tot een uitsluitsel te kunnen komen. Oorzaak hiervan was de wil van het college van Zaanstad nog voor het reces het bestemmingsplan door de raad te laten vaststellen. Omdat BGN deze kwesties van groot belang vindt in verband met de kwaliteit van het leefklimaat van Nauerna en/of een geslaagde projectontwikkeling, vraagt zij uw Afdeling zich hierover uit te spreken.’
BGN beperkt zich tot vier beroepsgronden. De eerste staat los van de Overeenkomst Nauerna; de resterende drie vloeien er rechtstreeks uit voort:
- Buurtschap Nauerna wordt ten onrechte beschouwd als een gemengd gebied
- In Park Nauerna is natuur ten onrechte niet als bestemming opgenomen
- Tijdelijke opslag met ten onrechte een toegestane hoogte van 20 meter
- In Park HoogTij worden ten onrechte veel water- en moeraszones beoogd
Wat het eerste punt betreft: de gemeente heeft Nauerna tot een gemengd gebied (wonen en bedrijvigheid) bestempeld omdat de buurtschap ‘niet in een rustige omgeving ligt’. Maar Nauerna is ‘een oude, rustieke en rustige buurtschap’ en de op afstand liggende industrie- en bedrijventerreinen zijn van recentere datum’, schrijft BGN. Nieuwe bedrijfsterreinen dienen qua milieubelasting en zonering aangepast te worden aan een naastliggende rustige woonwijk, zodat daar het woon- en leefklimaat niet aangetast wordt. Maar ‘Zaanstad draait de zaak om, zodat Nauerna zich moet aanpassen aan nieuwe luidruchtige buren.’
Discriminatie
Wat BGN betreft is dit ‘een dwaling’ en verwijtbaar vanwege de ernstige gevolgen voor bewoners van Nauerna wat betreft het woon- en leefklimaat, de kosten voor geluidwering en mogelijke waardedaling van woningen. ‘Zaanstad wekt de schijn dat economische belangen gaan boven belangen van burgers, overigens niet alleen van Nauerna maar ook van Westzaan en Zaandam Zuid.’ BGN beschouwt het beleid van Zaanstad bovendien als discriminerend, omdat elders in de gemeente dit beleid in vergelijkbare omstandigheden niet hetzelfde is. In Nauerna staan 61 woningen en liggen 27 woonschepen.
Wat het ontbreken van de bestemming natuur in Park Nauerna betreft, staat in de Overeenkomst Nauerna meerdere malen dat dit een natuur- en recreatiebestemming zal krijgen. In het bestemmingsplan is echter sprake van een omgekeerde volgorde. De onwil om natuur te bestemmen draait de BGN om geld. ‘Voor natuurontwikkeling is schone grond vereist. Schone grond kost meer dan licht verontreinigde grond waarmee volstaan kan worden voor de bestemming recreatie. Door recreatie te bestemmen met natuur als nevengeschikt daaraan kan geld bespaard worden’ met veel recreatieterrein en minder natuur in het toekomstige park.
Patstelling rond park
Het park wordt betaald door Afvalzorg, maar dat bedrijf kwam in 2015 tijdens de planontwikkeling opeens met een budgettair plafond. Sindsdien is de ontwikkeling in een patstelling geraakt. ‘Zaanstad hoeft niet bij te dragen in de kosten van het park. De raad lijkt echter bereid het financiële belang van Afvalzorg mee te wegen bij de keuze voor recreatie als bestemming ten nadele van natuurbestemming en handelt daarmee in strijd met de overeenkomst,’ houdt BGN de Raad van State voor.
De belangengroep maakt eveneens bezwaar tegen de toegestane hoogte van de heuvels voor tijdelijke afvalopslag. Al jaren zijn deze grauwe heuvels op het terrein aanwezig, afwisselend in hoogte, maar vaak dominant en storend voor het uitzicht vanuit Nauerna. In de bestemmingsregels wordt een opslag toegestaan tot een hoogte van 20 meter, gemeten vanaf het maaiveld. Het maaiveld ligt grotendeels op een hoogte van vijftien meter boven NAP, waardoor de totale hoogte ten opzichte van het NAP 35 meter bedraagt.
Lagere tijdelijke afvalheuvels
Het direct naast het bedrijfsterrein gelegen Park Nauerna voorziet in twee heuvels met een hoogte van circa 37 meter boven NAP. ‘Zaanstad heeft nagelaten de effecten te onderzoeken van de hoogte en het grote grondoppervlak van de opslagheuvels op het omringend landschap met de parkheuvels, de lager gelegen landelijke omgeving, het nabij gelegen architectonisch waardevolle kantoorgebouw De Vouw en de blik vanuit Nauerna: daarover staat niets in het bestemmingsplan vermeld.’ klaagt de BGN. Die wil dat die tijdelijke afvalheuvels beduidend lager worden.
[embed][/embed]
Over Park HoogTij schrijft BGN niet akkoord te gaan met ‘de nevenfunctie waterberging met veel open water en moeraszones’. Dat is niet te verenigen met de recreatieve bestemming van het park zoals omschreven in de Overeenkomst Nauerna, waarin onder meer staat: ‘In afstemming met BGN wordt een landschapsarchitect gekozen, een plan gemaakt en een definitieve concrete invulling van de bestemming gekozen.’ Veel open water en moeraszones zijn eerder in het kader van de bestemmingsplanontwikkeling niet besproken en dus ook niet afgesproken.’ Bovendien heeft Nauerna water genoeg in de omgeving en is er meer behoefte aan droge plekken om leuke dingen me te doen.