Een tweede Zaanse Schans naast Schiphol, maar dan met splinternieuwe, nagebouwde molens? Waar het altijd waait zodat de wieken op de video naar de achterblijvers thuis nooit stil hoeven te staan? Het zou zomaar kunnen, als het aan de mensen achter HollandWorld ligt.
Amsterdam zou de drukte kwijt zijn – en de Schans de toeristen. Maar bezoekers zouden op het 65 hectare grote themapark tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep, in het gebied dat nu Park 21 heet, op een achternamiddag half Holland in een enkele hal kunnen beleven’. Volgens de bedenkers van HollandWorld hebben al zestien bedrijven interesse getoond. Zij reppen voorts van 690 miljoen euro per jaar aan economische spin-off en van 5000 banen. Daar staat wel een investering van 650 miljoen euro tegenover tot aan de opening in 2023.
Vierduizend hotelkamers
Volgens Hans van Driem, één van de initiatiefnemers van het project en ooit een pleitbezorger van de Disneyficatie van de Amsterdamse binnenstad, is de kans dat het park er komt 50 procent. Van Driem is al meer dan tien jaar bezig met HollandWorld. Voorheen was hij directeur van het Bureau voor Toerisme, leidde hij de Floriade en stond hij aan de wieg van Walibi. ‘De komende tijd gaat het in Amsterdam alleen maar nijpender worden. Je moet toekomstgericht denken, niet aan vandaag,’ zegt hij. ‘Vandaag in de binnenstad van Amsterdam: de hotels zitten propvol, de Airbnb’s zitten vol, bedenk hoe het is over tien jaar. Dus wij bouwen 4000 hotelkamers.’ Er is ook een campus voorzien voor 500 internationale studenten.
Water en wind
Het park wordt gratis toegankelijk, legt Van Driem uit, maar als je een attractie wilt bekijken dat moet je betalen. ‘Moet je voor je zien: een grote fabriekshal van 10.000 vierkante meter, van binnen helemaal zwart gespoten, met een betonvloer. In die vloer zijn draden gefreesd en over die draden lopen elektronisch geleide karretjes. Die rijden van projectiescherm naar projectiescherm en uit de leuningen van de stoelen wordt vocht gespoten en wind en dergelijke. En zo gaan de mensen door die hele hal heen.’ De techniek is volgens hem verder ontwikkeld dan die in de 4DX-bioscoopzalen die Pathé gaat introduceren.
En wat de bezoekers dan zien? ‘Bijvoorbeeld de watersnoodramp van 1953. We kunnen er van alles op projecteren. De bezoekers kunnen het leven en de schilderijen van Rembrandt ervaren. Wij tonen kopieën van de Nederlandse meesters, die laten we in China maken.’
‘Bij ons zit naast een schilderij van Van Gogh een theatertje waar je zijn leven ziet en het schilderij als het ware ‘in’ kan. En bij het Van Gogh Museum zie je nu enorme rijen staan. Die rijen, die gaan verdubbelen. Ze hebben de capaciteit niet. Dus mensen gaan een keuze maken: of ik moet drie uur in de rij staan voor Van Gogh, of ik ga naar HollandWorld en ik heb die beleving erbij. Het klinkt bizar misschien, maar wij denken dat in de toekomst mensen voor dat tweede gaan kiezen.’
