Zaanstad heeft er vorig jaar volgens voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek 75 nieuwe woningen bijgekregen door de transformatie van een gebouw met een andere oorpronkelijke bestemming. Dat was ruim zestien procent van het totale aantal nieuwe woonruimtes. Wormerland en Oostzaan bleven in 2018 allebei steken op nul.
Landelijk gezien ging het in 2018 om zo’n 13.000 nieuwe transformatiewoningen – bijna veertien procent van het totaal. Het gaat dan om zelfstandige woonruimtes met een aparte toegang en eigen voorzieningen zoals een keuken en een badkamer. Verreweg de meeste woningen werden gerealiseerd in voormalige kantoorgebouwen: bijna 5500 ofwel 42 procent van het totaal. Circa 21 procent werd gevestigd in tot dan maatschappelijk vastgoed zoals voormalige ziekenhuizen of scholen.
De uit transformatie ontstane woningen hebben doorgaans een relatief kleine oppervlakte: bij 43 procent is die minder dan 50 vierkante meter, terwijl ruim een kwart een oppervlakte van 50 tot 75 vierkante meter heeft. Het overgrote deel betreft huurwoningen. Vooral voor eenpersoonshuishoudens (61 procent) en stellen zonder thuiswonende kinderen (27 procent) zijn de transformatiewoningen een uitkomst. De meeste hoofdbewoners zijn jongeren in de leeftijd van achttien tot en met 27 jaar (47 procent). Ongeveer een derde van de bewoners is tussen 28 en 45 jaar. Ouderen vanaf 67 jaar kiezen aanzienlijk minder vaak voor een dergelijke woning (slechts zes procent).
