Rosa wil met spoed van de gemeente weten hoe een groot vuurwerk in het Burgemeester in ’t Veldpark ter gelegenheid van de kermis en het feit dat Zaanstad in haar eigen dierenwelzijnplan heeft vastgesteld dat de tijdens het broedseizoen geen vergunningen voor vuurwerk worden afgegeven samengaan.
In het Zaandamse park wordt volgens de Zaanse Politieke Vereniging op dit moment volop gebroed, onder meer door reigers die hun nesten dichtbij de hogere kermisinstallaties hebben gebouwd. De attracties met hun versterkte muziek en lichtmasten met flitsende lampen, de muziekoptredens en het lawaai van bezoekers zijn al voldoende om vogels ertoe te bewegen permanent hun nest en hun jongen te verlaten, maar een vuurwerk doet daar nog een flinke schep bovenop. Dat staat gepland voor 5 mei en dus wil Rosa, in samenspraak met de PvdA, weten hoe het zit en voor die tijd uitsluitsel hebben.
Zaanstad geeft ‘Geen vergunning voor afsteken van vuurwerk bij evenementen in broedseizoen’ staat in de beleidsnota Dierenwelzijn en in een door de raad aangenomen motie staat bovendien dat de gemeente ‘dierenwelzijn actief uitdraagt’ en ‘waar mogelijk, besluitvorming in het voordeel van dieren bevordert’. Is er hier iets helemaal mis gegaan, wil de fractie eigenlijk weten, en gaan we dat nog rechttrekken door de vergunning voor het vuurwerk in te trekken?
In de nota staat overigens onder het kopje ‘Bevorderen vogels in de wijken’ ook dat de gemeente Zaanstad een vogelcongres zal organiseren, waarbij wordt samengewerkt met de Vogelbescherming en plaatselijke vogelwerkgroepen, zoals de Zaanse Gierzwaluwwerkgroep. Maar dat terzijde. Daar is verder weinig meer van vernomen.
Kamerlid Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren stelde in 2013 al vragen over de combinatie vuurwerk en broedende vogels, nadat de gemeente Weesp een vergunning had afgegeven voor het afsteken van vuurwerk op Koninginnedag. Uit de antwoorden van de staatssecretarissen van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken bleek dat er gedurende de vijf voorafgaande jaren 318 vergunningen waren verleend voor vuurwerk op Koninginnedag en 58 voor Bevrijdingsdag.
Locatieonderzoek
En verder: ‘De Flora- en faunawet (sinds 1 januari dit jaar de Wet natuurbescherming, red.) verbiedt het opzettelijk verstoren van vogels. Daarvan is ook sprake als iemand een handeling verricht en daarbij bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat zijn gedragingen schadelijke gevolgen hebben. Organisatoren en gemeenten moeten daar rekening mee houden als zij tijdens Koninginnedag of Bevrijdingsdag vuurwerk willen (laten) afsteken. Zij zullen tijdens de voorbereiding onderzoek moeten doen naar de geschiktheid van de locatie van afsteken in relatie tot enerzijds de vogels die in de omgeving hun nest of broedplaats hebben, en anderzijds de omvang en duur van het vuurwerk dat ze willen afsteken. Leidt het vuurwerk tot onaanvaardbare verstorende effecten voor de aanwezige vogels, dan zal een geschiktere locatie gezocht moeten worden.’
Van een landelijk verbod op vuurwerk tijdens het broedseizoen kon geen sprake zijn, zo bleek: ‘De risico’s die het afsteken van vuurwerk vormen voor vogels, verschillen van geval tot geval. Die situatie leent zich niet voor het instellen van een landelijk vuurwerkverbod ter bescherming van vogels tijdens het broedseizoen, maar vraagt om maatwerk. Het verbod om vogels opzettelijk te verstoren in combinatie met de beoordelingsruimte van een organisator bij de keuze van de locatie, vormt daarbij de invulling van het ‘nee, tenzij’-principe.’
