Het CDA wil dat in de Voorjaarsnota die op 20 juni besproken wordt een paragraaf wordt opgenomen over respijtzorg: het tijdelijk overnemen van de taken van zwaarbelaste mantelzorgers. Daar is volgens de stichting MOE die de belangen van mantelzorgers behartigt te weinig aandacht voor in Zaanstad,
De gemeente heeft wel veel aandacht voor mantelzorg zelf, vindt het CDA dat daarbij wijst op het jaarlijkse mantelzorgcompliment. Te weinig vrijwillige zorgverleners zouden echter bekend zijn met de mogelijkheid om via het sociaal wijkteam respijtzorg aan te vragen, wat tot uiting komt in het aantal aanvragen. De partij ziet ook dat respijtzorg al weken van tevoren aangevraagd moet worden, terwijl mantelzorgers vaak acuut verlichting nodig nodig hebben om overeind te kunnen blijven: opeens stroomt de emmer over.
Aanbod opvang te klein
Het aanbod aan respijtzorg is te klein en er is vooral in acute gevallen te weinig opvangcapaciteit bij instellingen beschikbaar én er zijn te weinig mogelijkheden om respijtzorg op maat aan te bieden, bijvoorbeeld voor een korte periode van enkele uren, aldus het CDA in een motie. In de Voorjaarsnota komen mantel- en respijtzorg nu niet aan bod en dat vindt de fractie een gemis: er zou aandacht moeten worden besteed aan het gegeven dat overbelasting van mantelzorgers een risico is voor de continuïteit van de door hen geboden zorg en ondersteuning aan kwetsbare inwoners en dat respijtzorg, mits op de juiste termijn in de meest effectieve vorm beschikbaar, een belangrijk middel is om overbelasting van mantelzorgers te voorkomen.
Toevoeging
De partij stelt daarom voor om de volgende passage aan het stuk toe te voegen: ‘Respijtzorg is van groot belang om mantelzorgers goed en duurzaam te laten functioneren. De voorlichting over mogelijkheden om respijtzorg aan te vragen zal worden geëvalueerd en zo nodig worden aangepast en uitgebreid. Ook zal er gekeken worden naar het organiseren van respijtzorg die meer aansluit bij de behoefte van de aanvrager, respijtzorg op maat. Bij gevallen van gebleken acute noodzaak tot respijtzorg moet de wachttijd worden teruggebracht, van nu enkele weken tot een termijn van hoogstens enkele dagen. De capaciteit van de opvang in het kader van respijtzorg wordt geëvalueerd en ter bespreking aan de raad voorgelegd.’
